donderdag 25 december 2014

Panama, 25 december 2014.

Onze laatste kerstdag in Latijns-Amerika.  Voorlopig, toch.  Het wil maar niet wennen, kerst in de zomer.
In de periode tussen begin november en pasen ligt Panama stil. Er wordt de onafhankelijkheid van Spanje gevierd en verder ook nog het feest van de vlag, de onafhankelijkheid van Colombia, moederdag, Colombusdag, Bolívardag, het binnenhalen van het suikerriet, kerstdag, oudjaar, nieuwjaar, driekoningen, het opgaan van de nieuwe maan, het stoken van de rum, carnaval (een hele week), het midden van de vasten, de goede week en pasen. En dan vergeet ik er vast nog een paar.

Op de radio heb je de gebruikelijke eindejaarslijsten, dat brengt sfeer.  Al blijf ik me toch afvragen hoe types als Gavin DeGraw of Will and the People er toch elk jaar weer in  slagen om genoeg stemmen te halen om in de lijst te komen.  Of Madonna.

Sfeer wordt ook gebracht door de uitbundig versierde huizen, de reusachtige kerstbomen in de malls en de larger-than-life kerststallen.  In de Panamese geest valt kerstmis midden in de poolwinter en daar hoort natuurlijk sneeuw en winterkou bij; dus zie je overal in de straat mensen met winterjassen en mutsen opduiken - je moet willen lijden voor de sfeer.



Het regenseizoen zou er bijna op moeten zitten maar dat beseft het zelf nog niet zo goed.  We hebben nu dagenlang grijs weer met regenbuien die uren duren en de kracht hebben van een hogedrukreiniger.  Je verwacht je aan novemberkou en een stevige wind maar het blijft hier maar heet; grijs of niet.
Nu zou toch het droge seizoen moeten aanbreken.  Dat is mooi: 4 maanden schitterend blauwe hemel en een beetje afkoeling door de  (ik heb dat opgezocht) westenwinden.

We hebben er een nieuw gezinslid bij: Boas de Mongoolse windhond.  Op een avond stond hij in onze tuin, helemaal uitgehongerd en mager.  Hij is maar gebleven.

Als ik hem uitlaat, valt hij alles aan: ñeques, coati's, gieren, andere honden - een echt haantje.  Maar thuis ligt hij dik onder de slof : Pipa en Mia besluipen hem, springen op zijn rug en kop en meppen er naar hartenlust op los.  Hoewel hij tien keer groter is dan de twee hellevegen en ze in één keer middendoor zou kunnen bijten, ondergaat hij hun getreiter lijdzaam - wat hen alleen maar nog meer aanmoedigt.  Ze hebben een inslecht karakter.  En ze zijn gewapend.


Ook de Mac Nac Feegle hebben slechte karakters.  Ze zijn een volk van kleine blauwe mannetjes (a fairy folk - but don't let them hear that!) die leven voor het vechten, stelen en zuipen en een heel plat Schots spreken.  Ze komen voor de de boeken van Terry Pratchett over de heks Tiffany Aching en ze zorgen voor de hilarische noten in de dromerige, vaak filosoferende en soms echt griezelige en gitzwarte maar altijd ook heel grappige verhalen.  We beluisteren de audioboeken in de auto en schreeuwen vrolijk mee van "Crivens!" en lachen hard om dingen als "Ye can tak' oour lives but ye cannae tak' oour trousers" en "we have a cheap lawyer of our own and we are not afraid to use 'im".  

Een collega is getrouwd.  Met een Amerikaan dan nog.  Omdat ze beiden nogal fanatiek protestants zijn, begon de bruiloft met een uitgebreide ceremonie waarin zij hem onderdanigheid beloofde, ze elkaar insmeerden met honing ("uit het Heilig Land," sprak de dominee ernstig terwijl hij met zijn vingers het labeltje 'miel panameño' op het potje probeerde te verbergen), rijst gooiden naar elkaar, zout van elkaars vingers likten en samen uit één glas wijn dronken (hij veel gretiger dan zij, dient gezegd: de dominee moest hem nog eens bijvullen).  De bruidegom was vroeger een Marine en zijn best man ook en die laatste wijdde zijn traditionele toespraak vreemd - en ook ongepast - genoeg volledig aan de liefde die hij voelde voor de bruidegom; die dat alles met een schaapachtige grijns en een vreemde melancholische blik in zijn ogen zacht knikkend aanhoorde.  In het publiek werd nogal veel gekucht en gefluisterd en de bruid keek na de toespraak lang niet zo gelukkig als ervoor.  "Bij de Marines hebben ze ook kappers," lichtte mijn buurman behulpzaam toe.
Enfin, fanatiek protestants of niet: het feest ontaardde nogal snel in een slemppartij waarbij de door botox recht gehouden oma van de bruidegom haar eigen versie van de French cancan danste op tafel (ze zwaaide haar benen kwiek tot op enkelhoogte) en de best man zeker niet de last man standing was.
De bruid zat de hele avond nors te kijken aan de eretafel, ze vroeg zich ongetwijfeld af waar de vingers waar ze aan het begin van de avond het zout vanaf had gelikt allemaal al hadden gezeten.  De bruidegom zweeg en keek schuldig.  Dat huwelijk kon echt wel beter begonnen zijn.

Sinterklaas is geweest.  Met Pieten die gewoon zwart waren.  Hier geen concessies aan Gouda-, stroopwafel-, opa- of oranje Pieten: zwart is zwart.  Ik heb de discussie van op afstand gevolgd tussen beschaafde mensen die vinden dat zwarte Piet kwetsend is en mensen die vinden dat het allemaal niet zo kwaad bedoeld is en helemaal niet zo beledigend als men laat uitschijnen. Ik kwam er niet uit.  Ik heb ook op de 'sociale' media de discussie gevolgd tussen minder beschaafde lui die vinden dat alle blanken racisten zijn en blanken die constant bewijzen dat ze dat inderdaad ook  zijn. Ik ben er nog steeds niet uit maar ik vind de uitgesproken voorstanders zulke engerds dat ik toch niet meer complexloos vóór kan zijn. Je moet er niet aan denken over wat voor onderwerp dan ook hetzelfde te denken De Winter en Wilder en al zeker niet als hun aanhangers.
Maar goed: het feest was plezierig, al was het wel weer veel te luid - dit is en blijft Panama.  En de mouwen en de broekspijpen van Sinterklaas waren te kort en zijn baard en pruik leken van oude zwabbers gemaakt en zijn mantel was duidelijk een oud gordijn en zijn kunstgebit stond los en Hoofdpiet stond niet al te vast op zijn benen maar dat kon niet deren - het was ouderwets gezellig.


En ook Halloween viel dit jaar.  Casper hield het bij een klassiek Star Wars-motiefje, Emma zocht het wilder.  Ikzelf zette een domme blik op en ging als mezelf.

Eén van de weinige bezienswaardigheden van Panama is het Museum van de Biodiversiteit, aan het begin van de pier die de toegang tot het Kanaal beschermt tegen stormen. Het is ontworpen door Frank Gehry, bekend van o.m. het Guggenheim in Bilbao en de middelvinger naar de pers.  De daken en de muren zouden de voor hem zo kenmerkende stalen afwerking hebben.  Dat was echter niet bestand tegen het vochtige Panamese klimaat en ze werden dan maar gelakt in felle kleuren.  Het geheel ziet er nu uit als een tropische bloem en is ongetwijfeld veel mooier dan het originele plan.

Het museum is gewijd aan de biodiversiteit en de geologie van de Panamese landengte.  Een interessant thema; alleen jammer dat de collectie zich  grotendeels beperkt tot wat keien en een hoop ongeschilderde modellen van uitgestorven dieren in twee kleine zaaltjes en een smalle gang.


En de kaken van een megalodon die ze afgetroggeld  hebben van het Smithsonian een eindje verderop.



En zondag gaan we naar de Notenkraker in het Teatro Nacional.  Zo gecultiveerd zijn we dan ook wel weer.  Vreemd toch, dat zo'n typisch Russisch sprookje zó is opgenomen in het Amerikaanse erfgoed dat kerstmis niet geslaagd is zonder een uitvoering van dit ballet.
En op nieuwjaarsdag kijken we het concert in Wenen, natuurlijk.  Kwestie van 2015 melig in te zetten.

Geniet nog van het leven, lezers, maar met mate! En laat u niet opeten door een megalodon.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten