woensdag 11 september 2013

Panama, 10 september 2013

Bijna 2 maanden in Panama nu en de stukjes beginnen op hun plaats te vallen.

Voor we hierheen kwamen,hebben we cultureel gedaan in Amsterdam en een goed gesprek gehad met Frans Banning Cocq. Jaja, wij zijn culturo's.

Het heeft veel geduld gekost maar we hebben een huis en meubels.  We hebben een maand in een gemeubeld appartement gezeten terwijl we zochten naar een huis.  We hebben een aantal krotten gezien, het ene nog duurder dan het andere.
Maar uiteindelijk hebben we toch iets naar onze zin gevonden. Het ligt in de vroegere Kanaalzone die in 1999 door de Amerikanen werd teruggegeven aan de Panamezen. Het staat hier nog vol met oude legergebouwen en huizen waar de militaren die het Kanaal bewaakten, woonden.  Typisch garnizoensstadje, met trottoirs en fietspaden en speeltuintjes en zwembaden en heel veel openbaar groen.

Wij hebben een huis op een condominium, een soort vakantiedorp met nep-mediterrane huizen, met een muur eromheen en een poort met bewakers. Veilig, hoor.  Er wonen hier veel mensen van de Amerikaanse ambassade en die hebben altijd schrik, vandaar.



Onze tuin ligt aan de buitenmuur van de condo en we hebben dus geen achterburen, wat wel zo rustig is.
Voor de rest is het hier heel groen, de wijk grenst aan een groot nationaal park en overal zijn er beschermde stukjes natuur. En dat allemaal op een kwartiertje van het centrum van de stad. Wat je hier mist aan hipheid wordt ruim goedgemaakt door de rust.

Er woont hier trouwens ook een Belg, die in onze straat in Belgie is opgegroeid.  Kleine wereld, toch.

Ons huis ligt heel dicht bij de school van de kinderen.  De school is vernoemd is naar de eerste Spanjaard die de oversteek van de landengte maakte en kon pootjebaden in de Stille Oceaan.  Hij eindigde zijn loopbaan op het schavot maar wordt hier (net omwille van zijn lange vingers?) beschouwd als de stichter van Panama.
De school betrekt de gebouwen waar vroeger het hoofdkwartier van her Amerikaanse leger gevestigd was en waaraan sinds hun vertrek niet zoveel is veranderd.
De week begint met het zingen van het volkslied (eindeloos lang: het lijkt wel een aria uit een Wagneropera) en het paraderen van de vlag voor de in strenge rijen opgestelde leerlingen.  Wij kunnen dus op maandag iets later komen, onze kinderen hechten niet zo aan wat ze al met hun typische gebrek aan respect   'de zingende vlag' hebben gedoopt.

De school is heel anders dan in Costa Rica.  Daar speelde het schoolleven zich grotendeels buiten af, hier gebeurt alles binnen. Daar zorgt het klimaat voor: heet en vochtig.  Dat kan plezierig zijn maar toch niet de hele dag.  Dus de meeste dingen gebeuren binnen, in de airco.  Om de school leefbaar te houden, heerst er meer discipline met in rijtjes lopen en stil zijn en zo.  Daar schijnen de kinderen niet zoveel problemen mee te hebben,gelukkig. Ze blijven er wel cool onder.


Op het werk schieten de dingen ook op.  Alles gaat traag omdat niet iedereen zich altijd  aan zijn afspraken houdt en je voor alles papieren met stempels en handtekeningen nodig hebt maar uiteindelijk komen we er wel.  We zitten op de bovenste verdieping van een bankgebouw, met uitzicht over de baai van Panama.  Op stand, dus. Al hebben we in al onze voornaamheid nog steeds geen stoelen.
De collega's vallen heel goed mee.   En ze zuipen niet onder werktijd.

En nu tijd voor een flinke workout, ik ga een eindje wandelen.  Hou je kloek.