vrijdag 12 juli 2013

Panama, 11 juli 2013

In Vlaanderen mag de leeuw vandaag naar hartenlust klauwen, hier doen we het dan maar met een jaguar.
Ik ben dus aangekomen in Panama.  Na een warm afscheid van mijn collega's. Met de auto, dat is ook eens iets anders.  Mooie rit, trouwens,zo door Costa Rica en Panama. Het eerste stuk door Costa Rica was bekend: langsheen de oceaan, door palmplantages, voorbij allerlei plaatsen met mooie herinneringen. 
Ik ging van de grote weg af omdat het daar uren duurt voor je de grens over mag.  Over een boerenwegel vol gaten naar de grensovergang die ook de drugshandelaren en mensensmokkelaars gebruiken, je rijdt gewoon een bruggetje over en je bent er.   De formaliteiten duurden een tijdje: autoverzekering kopen aan een soort frietkraam, wachten op de Costa Ricaanse douaniers die eerst hun dienstauto uitgebreid moesten wassen voordat ze mijn paspoort konden stempelen, fotokopies laten maken in de schoenwinkel, zitten puffen in de verroeste container waarin de Panamese douane hokt.
Het stadje aan de Panamese kant lijkt één groot smokkelaarsnest: overal winkeltjes met verdachte koopwaar, cafés met klapdeuren waaruit elk moment een dronkenlap naar buiten kan gemept worden, drugsdealers. Een rovershol in Pakistan, dat soort stadje.

En dan dus Panama in, samen met de vaceros op hun sierlijke paarden en de indianenvrouwen in hun traditionele kledij.  Vogels, vlinders, bloemen, allemaal heel kleurrijk.
Eerst over een tweevaksbaan, dan via een kronkelweg door stadjes die met elkaar verbonden zijn met kilomterslange linten uitzuipcafés, benzinestations en meubelzaken, ik waande mij zowaar weer in België.
De Panamezen rijden wel heel keurig: idereen houdt zich netjes aan de maximale snelheid, niet dat nerveuze plankgas dat het rijden in Costa Rica zo vervelend maakt.  Ze gebruiken hun richtingaanwijzers en kunnen ritsen.  Waarschijnlijk doen ze dit allemaal niet van harte: overal staan motoragenten die overtreders meteen beboeten.  Ik ben 3 keer tegengehouden, telkens om te controleren of ik wel de juiste documenten had: paspoort, invoervergunning van de auto, rijbewijs.  Elke keer namen de agenten afscheid met een handdruk, een waarschuwing voorzichtig te zijn en de wens dat ik mocht genieten van het landschap.

Een groot gedeelt van de weg rijd je door een landschap dat me deed denken aan het binnenland van Zuid-Afrika: struikgewas, grote open velden en op de achtergrond bergen. Nergens de dichte begroeiing die zo typisch is voor Costa Rica. 

En toen was ik er. Over de elegante Puente Centenario over het Kanaal, dat is me de aankomst wel.

En dan verder, tot aan de oever van de Pacific, waar je uitkijkt over de stad.

Nu maar afwachten hoe het wordt. Eind juli ga ik naar Europa en dan komen we met z'n allen terug.  Als de kinderen hier maar kunnen aarden, anders zal het snel afgelopen zijn.

We hebben vakantie gehad in Europa.  Wel heel ontspannend hoor, al die gewone dingen: fietsen, feestjes, koeken van de bakker, de bibliotheek.  Een week in België en dan een week in Nederland, naar het park waar Emma is geboren.  In Antwerpen zag ik voor het eerst het MAS en was danig onder de indruk.

En op de Veluwe bezochten we Neerlands hoogste waterval, in Loenen.  Voordat u lacht: in welk ander land kun je zomaar over de hoogste waterval heen springen?  Ha, denk daar maar eens over na.

En nu ga ik zwemmen, de boog kan  niet altijd gespannen staan. Tot de volgende.