maandag 21 mei 2012

San José, 21 mei 2012

We hadden een Speciale Vertegenwoordiger van de regering op bezoek.  Hij zou heel Midden-Amerika aandoen en we hadden een mooi programma opgesteld met ontmoetingen met ministers en ondernemers en andere belangrijke lui. Met werkontbijten en -lunches, diners en recepties.  Weken werk aan gehad.  2 dagen na aankomst  lag hij al in het ziekenhuis, moest hij gerepatrieerd worden en konden we alles annuleren.  Daar word je toch gek van.

Emma leert over het regenwoud op school.  Een project waar alle vakken bij betrokken worden en haar klaslokaal ziet eruit als een jungle met lianen aan het plafond, potten met dode slangen op de vensterbank en dierenplaten aan alle muren.  Dus wij, didactisch betrokken als we zijn, naar Monteverde.  Dat is een natuurreservaat in de Cordillera Tilaran, de bergen aan de Golf van Nicoya.  Tot eind jaren 1940 woonde daar niemand, tot een aantal Amerikaanse Quakerfamilies zich daar vestigden op de vlucht voor de dienstplicht voor de Koreaanse oorlog.  In Costa Rica vonden de pacifisten een land zonder leger en genoeg ruimte om rustig koeien te melken en kaas te maken.  Ze leefden daar in all rust en eenvoud tot National Geographic hun paradijs ontdekte en Monteverde tot hun grote ontsteltenis een van de toeristische topattracties van  Costa Rica werd.  Ze hebben de mooiste stukken van hun land meteen uitgeroepen tot natuurreservaat, zonder te wachten op de overheid, die meestal veel te laat is om waardevolle natuur te beschermen.  Nu is Monteverde een delicate evenwichtsoefening tussen toerisme en duurzame ontwikkeling, wat tot nogtoe goed gaat, al moet de natuur de nodige toegevingen doen aan bezoekers die graag van de stilte willen genieten vanop een quad en hun eco-ervaringen willen delen in de plaatselijke discotheken.

De weg naar Monteverde is onverhard, dat is opzettelijk zo gewild door de Quakers die het bezoekers niet te gemakkelijk willen maken.  Hij voert je door kuilen en over puntige stenen langsheen watervallen en spectaculaire vergezichten.

Monteverde ligt eigenlijk niet in het regenwoud maar in het nevelwoud.  Nevelwouden komen voor vanaf 1500 meter boven zeeniveau, zijn opener dan regenwouden en krijgen een groot gedeelte van hun vocht van wolken en niet alleen van regen.  Maar beide types zijn heel goed vergelijkbaar met elkaar.

Rondom het reservaat van Monteverde ligt het Bosque de los Niños, een ondertussen 22 000 ha  groot natuurgebied dat in de jaren 1980 gesticht werd door kinderen van een Zweedse basisschool  die iets concreets wilden doen voor het behoud van de natuur.  Dankzij giften van kinderen van over de hele wereld is het nu het grootse natuurreservaat van Midden-Amerika.  Een mens vraagt zich af wanneer al die idealistische kinderen veranderen in egoïstische materialisten.

De bergen rijzen meteen op na de smalle strook vlak land langsheen de Pacific en hoewel je hemelsbreed op  minder dan 30 kilometer van 's werelds grootste oceaan bent, heerst er een echt koel bergklimaat.
(op de achtergrond de Golf van Nicoya)
Santa Elena, het dorpje dat het dichtst bij het reservaat ligt, is een merkwaardige mengeling van hostels voor rugzaktoeristen, ecolodges, fastfoodtenten, exotische restaurants, ijzerwarenwinkels en supermarkten.  Het ligt ingeklemd tussen de bergen en de zee.

In Montverde wonen heel veel dieren maar de meeste ontlopen nu de mensen, waardoor de kans dat je een groot zoogdier als de poema of de jaguar tegenkomt heel klein is.  Wij moesten ons tevreden stellen met een familie agoeti's en enkele eekhoorntjes.


Maar dat werd goedgemaakt door de vogels, zoals de blauwkapmotmot:
En onze vriend de quetzal:



Waar Emma speciaal voor gekomen was, de klokvogel:
De groene parkiet:

En natuurlijk colibri's, colibri's, colibri's:

Onwaarschijnlijk hoe goed die vogels gecamoufleerd zijn, ondanks hun schitterende kleuren: je staat op anderhalve meter van ze en toch zie je ze niet. Kleurrijk tussen kleurrijk valt niet op.

De radiostations hier zijn blijven hangen in de eighties.  Huey Lewis and the News, Duran Duran, Cheap Trick, Phil Collins.  En de Beatles, natuurlijk (er is elke dag zelfs een speciaal radioprogramma met alleen hun muziek: Los quatro grandes).  Maar nu hebben ze Gotye ontdekt.  De hele dag, op all zenders. Toch iets Belgisch, hier.
En nu gij.

dinsdag 8 mei 2012

San José, 8 mei 2012

Hollande a gagné.  Wat zou président Bling-bling, die steeds meer een karikatuur van zichzelf werd, nu gaan doen?  Blijft Carla wel bij hem, nu hij weer gewoon een klein mannetje met hoge hakken is?

Der Krieg ist vorbei!  Eindelijk ook in Costa Rica.
Toen het Costa Ricaanse parlement onlangs grote schoonmaak hield, vond men ergens onder in een la een oorlogsverklaring aan Duitsland uit 1942.  Interessant document uit de tijd dat landen nog het fatsoen hadden om eerst nog een formele brief te sturen vooraleer ze een ander de duvel gingen aandoen.
Maar hoe ze ook zochten, nergens vonden ze een document waarbij de vrede gesloten werd tussen beide landen. Ook in Duitsland vonden ze niets.  Ze waren vergeten vrede te sluiten.  In 1945 hadden de Duiters wel iets anders aan hun hoofd en in Costa Rica stond er een burgeroolrog op het punt uit te barsten.  Gewoon over het hoofd gezien.  Stom foutje.  En verdere schoonmaak leerde dat Costa Rica in 1917ook al eens de oorlog verklaard had aan Duitsland zonder dat daar ooit een eind aan gemaakt was.
Affijn, ze hebben dat alsnog goedgemaakt en ze zijn weer vriendjes.

Wisten jullie trouwens dat Ierland als enige land een officieel rouwtelegram gestuurd heeft na de zelfmoord van Hitler?  Die Ieren toch.  En nu maar zingen en dansen en whiskey drinken alsof er niets aan de hand is.

Vorige week werd het parlementaire jaar officieel geopend met een formele zitting.  Ik mocht erbij zijn.  We hadden vooraf instructies gekegen over hoe we ons moesten gedragen en kleden.  Ik dus in een begrafenispak met wit hemd en grijze das en zwarte sokken en zwarte schoenen en een schone onderbroek en gekamde haren op pad.  De hele buurt rondom het parlementsgebouw was afgezet door de politie, waardoor ik eindelijk eens rustig door het Nationaal Park kon wandelen.  Héél vreemd: je loopt door de uitgestorven stille straten terwijl even verderop zelfverklaarde indignado's rumflessen die ze eerst ter plaatse hebben leeggedronken naar de politie gooien (hoe meer flessen ze gooiden, hoe verder die hun doel misten en eentje kwam op het hoofd van een journalist terecht),homofielen staan te kirren dat ze met elkaar willen kunnen trouwen en boeren hogere prijzen voor hun bonen eisen.
We moesten bijna een uur wachten in een veel te klein en te warm zaaltje terwijl alle vorige presidenten  vanop hun uitzonderlijk slecht geschilderde staatsieportretten op ons neerkeken.  Er woedt nu een grote discussie onder kenners van het parlementaire protocol of Oscar Árias, de vorige president en winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede omwille van zijn inspanningen voor het beëindigen van een aantal burgeroorlogen in Latijns-Amerika, nu eigenlijk recht heeft op 2 portretten aangezien hij 2 keer staatshoofd is geweest.  En moeten de portretten van 2 presidenten uit de jaren 1990 die nu in de bak zitten wegens corruptie niet weggehaald worden?  De passies laaien hier hoog over op, het lijkt wel voetbal.
Uiteindelijk moesten we ons in een rij opstellen, met de aartsbisschop van San José voorop, gevolgd door de pauselijke nuntius, die zoals in veel katholieke landen beschouwd wordt als de belangrijkste diplopief.   Na veel trekken en duwen stond we eindelijk dan toch in de juiste protocollaire volgorde en  mochten we de Pabillón Nacional groeten, een speciale zijden Costa Ricaanse vlag  met handgeborduurd staatswapen (een bootje dat op zee dobbert met op de achtergrond een paar vulkanen) en gouden franjes langs de randen, aan een echte zilveren stok.

We schuifelden de grote zaal van het parlement in, waar de parlementsleden ons zaten op te wachten op banken die in een grote U stonden opgesteld.  De meerderheid en de oppositie zitten tegenover elkaar, op 2 speerlengten afstand zodat ze elkaar tijdens de soms levendige discussies niet naar het leven kunnen staan (zoals ze in Londen op 2 zwaardlengten zitten).  In die open ruimte moesten wij gaan zitten. We moesten voor onze stoelen blijven staan tot iedereen naar binnen was: de ombudsman, de procureur-generaal, de voorzitter van het Rekenhof, de voorzitter van de Verkiezingsrechtbank, de voorzitter van het Hooggerechtshof, de ministers, de vicepresidenten, de presidente en de Pabellón Nacional.  Pas toen een sopraan van het Nationaal Theater het volkslied had gezongen mochten we gaan zitten.
Het viel me op dat de parlementsleden van de verschillende partijen elkaar heel boos zaten aan te kijken.  Er was namelijk een scheuring ontstaan in de alliantie van de oppositiepartijen: 5 leden waren overgelopen naar de regering, waardoor die weer een meerderheid heeft in het parlement.  Gedaan met het blokkeren van het beleid door de oppositie, dus.   3 van de overlopers behoren tot een partij die als enige programmapunt het discrimineren van homo's schijnt te hebben, de andere 2 zijn extermistische protestantse predikanten, die overal zonde en het werk van de duivel zien.  (King Richard IV: If you cross me, now or ever, I shall do unto you what God did unto the Sodomites, understand?  Prince Edmund: Tell me, Brother Baldrick, what exactly did God do to the Sodomites?  Baldrick: I dunno, my lord. But it can't have been worse than what they used to do to each other). Er breken barre tijden aan voor de homo's in dit land. 
De oppositie is boos: hoe kan de presidente in 's hemelsnaam samenwerken met zulke achterlijken?  Dat diezelfde achterlijken tot de vorige dag vrolijk deel uitmaakten van de oppositiealliantie schenen ze snel vergeten te zijn.
Toen begon de presidente aan haar toespraak.  75 minuten, alstublieft!  Alsof er geen eind aan kwam.

Ik had een paar tijdschriften meegenomen om tijdens haar toespraak te lezen maar dat kwam er niet van: de parlementsleden en de pers zaten mij op de vingers te kijken.  Dus moest ik een uur lang mijn hoofd geïnteresseerd schuin houden, instemmend knikken, beleefd applaudiseren. En uur en een kwartier lang. Als dat geen prestatie is.  We hielden elkaar wakker met discrete elleboogstoten.
De oppositie was minder discreet: ze zaten te bellen, kauwgum te kauwen, luid met elkaar te babbelen, met propjes te gooien en te jouwen.
Toen de toespraak eindelijk afgelopen was, moesten we weer gaan staan en in omgekeerde volgorde naar buiten schuifelen, achter de Pabellón aan.  Toen het onze beurt was en de helft van het korps al naar buiten was, moesten we weer naar binnen: men was de ombudsman vergeten.  Toen die uiteindelijk ook vetrokken was mochten wij de presidente een handje gaan geven.  Ik heb haar gefeliciteerd met haar boeiende toespraak en zij bedankte me met tranen in de ogen.

We hebben weer een Koninginnedag mogen vieren.  Op zondag was er een Hollandse markt in een dierentuin in San José: kaas, rookworst, drop, stroopwafels, loempia's en klompendansen.  Vooral de dansers wekten de aandacht  (en de lachlust) van de Costa Ricanen en het eten vonden ze maar niets. Wel bizar, klompendansers in de tropen.

Er was ook een kleedjesmarkt, waar iedereen zijn oude rommel mocht verkopen.  Ook Emma heeft daar vanalles verkocht, samen met haar vriendje Frederik.  De zaken gingen goed: er is altijd vraag naar brol.

Woensdag was het dan officiële receptie van de Nederlandse ambassade.  Groot feest met luide muziek en patat en haring en bitterballen.  Allemaal betaald door Nederlandse bedrijven die voor een goed feest bereid zijn om diep in de buidel te tasten.  Alle andere landen boos op de Nederlanders, natuurlijk: het is onmogelijk om beter te doen.

Over Nederlanders gesproken: onlangs hebben we de eerste camper met Nederlandse nummerborden gezien.  Dat verwacht je toch niet, in Midden-Amerika.

Toen we eergisteren gingen wandelen zag Emma opeens een nachtzwaluw tussen de dode bladeren op de grond.  Die vogels liggen de hele dag stilletjes tussen de struiken, vertrouwend op hun camouflage.  En als een roofdier te dicht komt, vliegen ze opeens luid krijsend op in de hoop dat die schrikt en ze de gelegenheid hebben om ervandoor te gaan.  Ze was heel trots dat zij de vogel toch gezien had. 'n Lekker sighting, zoals men dat in Zuid-Afrika dan zegt.


Tijdens diezelfde wandeling zagen we een groot aantal bloemen die je in Europa alleen in de winkel kun kopen, hier groeien die gewoon in het wild:


















Alles is uitbundig begroeid: nooit zie je alleen maar een boom, op de bomen groeien orchideeën, wurgplanten lianen;