zondag 11 september 2011

San José, 11 september 2011

Men had ons gewaarschuwd voor het regenseizoen: 8 maanden plenzen met hoogtepunt in september en oktober. Het valt mee. 's Ochtends is het doorgaans droog en de regen komt na de middag: een paar hevige hoosbuien, met geregeld de nodige donder en bliksem, meer niet. Je kunt meestal gewoon droog naar buiten. Maar een paraplu is aangewezen: in 2 minuten kan het van stralend blauw naar onweer gaan, dat valt niet te voorspellen.
De klimaatsverandering zorgt ervoor dat ook hier het weer in de war is en de regens uitblijven. Costa Rica is voor 80% afhankelijk van waterkrachtcentrales voor zijn elektriciteitsvoorziening maar nergens zijn er stuwmeren, er was toch altijd genoeg water. Dat zou niet langer het geval zijn. Er waren ook nooit drinkwatervoorraden nodig: het regende zo veel dat er steeds genoeg te drinken was, ook tijdens het droge seizoen. Maar als het zo doorgaat, stevent het land af op watersschaarste. En dat in een land waar het dus 8 maanden per jaar veel regent en het de rest van het jaar ook regent.

Vanmorgen zaten we wat te drinken op het terras van een sportcafé. Een sportcafé is geen plaats waar mensen sporten, nee: in een sportcafé hangen grote televisieschermen waar mensen naar sport kíjken. Op één van die schermen konden de passieve sportlui live Europees voetbal volgen. Een mens zou dan Liverpool verwachten, of Barcelona. Nee-nee: in Costa Rica kon de voetballiefhebber de volledige wedstrijd Roda JC – FC Twente bekijken. De volle 90 minuten. Mét commentaar door plaatselijke voetbalkenners. En voor- en nabeschouwing. En close-ups van beschilderde Tukkers en Limburgers. En langsheen het veld reclame voor Electroshop De Boer en snackbar De Gulle Kroket. Centraal-Amerika is meteen een stuk minder ver. Ik heb mijn tafeltje al gereserveerd voor AA Gent – Cercle Brugge, volgende week.

Volgende donderdag is het onafhankelijkheidsdag. Een heel groot feest. Overal hangen er nu al vlaggen op huizen en openbare gebouwen, aan auto's, in bomen. Op de scholen vieren ze het ook. Dus ook bij Emma en Casper. Ze gaan dansen, in nationale klederdracht. Voor Casper beperkt het kostuum zich tot een gekleurde zakdoek waar hij mee moet zwaaien en een andere die hij uit zijn broekzak moet laten bengelen en een hoedje maar Emma heeft een geborduurde bloes, een geborduurd schort en een wijde zijdeachtige rok in rood-wit-blauw; héél elegant. Volgens Emma is de tekst van het lied waarop ze gaat dansen “Costa Rica: la-la-la”; volgens Casper is het Latijnser: “Costa Rica: cha-cha-cha”. We horen het woensdag wel.
Tico's zijn héél patriotisch: er is geen mooier land ter wereld en nergens zijn de mensen zijn zo vriendelijk, de scholen en ziekenhuizen zo goed, de zonsondergangen zo adembenemend, de stranden zo wit, geven de koeien zo veel melk, zingen de vogels zo mooi, zijn de borsten zo bol, de huizen zo gezellig, de chauffeurs zo vaardig [en zo gaan ze nog lang door] als in Costa Rica. Ze kennen ook allemaal het volkslied: Noble patria, tu hermosa bandera, een opgewekt deuntje met een vrolijke tekst.
Het is hier de gewoonte dat de ambassadeurs op de nationale feestdag van hun land een bloemenkrans gaan neerleggen bij het Nationaal Monument in het Centraal Park van San José. Ze schrijden dan met die krans door een erehaag van politieagenten in paradeuniform die hun geweer heel serieus hemelwaarts richten. Het schrijden wordt begeleid door de nationale fanfare die de hymne van de desbetreffende natie speelt terwijl alle aanwezigen met de hand op het hart en gebogen hoofd eer betuigen aan het jarige land en het nationale monument. Heel sereen, allemaal. Tot de fanfare het Noble patria inzet: erehaag, officiële gasten, toevallige voorbijgangers, daklozen die hun roes lagen uit te slapen op de banken en speciaal daarvoor ontwaken, de opgetrommelede schoolkinderen die de hele ceremonie een volks en spontaan karakter moeten geven, papagaaien in de bomen – allemaal zingen ze uit volle borst mee. Vooral de agenten, wier heupwiegen de erehaag op slag een stuk minder plechtig maakt. De pauselijke nuntius, die al deken van het diplomatiek korps op al die kransleggingen aanwezig moet zijn staat bekend om zijn aangename zangstem en zijn soepele danspassen, die nog benadrukt worden door het ritmische gezwaai van zijn soutane. Zie de pastoorkes hun rokskes zwaaien.


We hebben nog altijd geen eigen auto. Dat komt door de verschrikkelijke bureaucratie, hier. Je moet een uitgebreid formulier invullen (met de hánd, graag, en in zesvoud), dat door allerlei mensen laten onderteken en met de nodige stempels naar Buitenlandse Zaken brengen, dat daar dan ook allerlei dingen mee doet en het afgeeft aan Financiën. Daar stoppen ze het in een la. Als je een paar keer gebeld hebt halen ze het uit de la, bestuderen het aandachtig en stellen dan vast dat er een stempel ontbreekt op de achterkant van pagina 8. Je krijgt het, na alweer een omweg via BuZa, terug. Het is natuurlijk niet genoeg om de ontbrekende stempel op de achterkant van pagina 8 te zetten, nee: je moet alles opnieuw met de hand en in zesvoud invullen en weer op zoek gaan naar handtekeningen en stempels en dan het boeltje opnieuw opsturen. We wachten dus nog steeds. We hebben een kaars aangestoken in de kathedraal, dus misschien lukt het deze keer wél. Eén auto hebben we al betaald en die zouden we dinsdag moeten hebben. Het zal mij benieuwen.
In ieder geval wachten we nog op de auto waarmee we uitstapjes kunnen maken: door de slechte wegen heb je toch iets groters nodig buiten de stad. Daardoor beperken onze weekends zich tot San José en omgeving. We hebben de vlindertuin al bezocht en het natuurhistorisch museum (met complete skeletten van tyranosaurussen) en een dierentuin en een opvangcentrum voor dieren (waar Casper meteen door een aap gebeten werd) en het goudmuseum (maar dat was 2 keer gesloten). En we hebben ook chocolademelk gedronken in het café van het Teatro Nacional: heel erg Weens. Meer is hier eigenlijk niet te doen. We kijken dus wel al heel erg uit naar uitstappen.

Straks gaan we naar het sjoeltornooi van de Nederlandse Club. Volgens de regels van het Koninklijke Nederlandes Sjoelbond, alstublieft. Daar valt dus niet mee te lachen. Er zullen bitterballen zijn, speciaal voor de gelegenheid gemaakt door een Nederlandse kok. We hopen vooral dat Emma en Casper er speelkameraadjes vinden. En dat de bitterballen smaken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten