Een week vol feestelijkheden. Vorige zaterdag hadden we onze huiswarming. Eindelijk. We hadden hem uitgesteld tot dan omdat het regenseizoen dan voorbij is en we gezellig konden barbecuen, zoals iedereen ons had verzekerd. Gelukkig hadden we een grote tent voorzien: het regende onophoudelijk. Maar het was wel tof: ons hele huis vol mensen, cadeautjes, lekker eten (en op aandringen van een aanwezige en reeds licht aangeschoten ambassadeur Metallica door de luisprekers, wat even voor een dipje zorgde). En opeens stond iedereen op en vertrok: in minder dan 5 minuten was ons huis leeg. Behalve die ene dronken Canadees die in het zwembad gesukkeld was toen hij een sigaretje ging roken achter in de tuin. Pas een halfuur later werd hij gevonden en snuivend en hoestend op het droge getrokken. Gelukkig zijn de Canadezen een sterk volkje en paar grote glazen rum later kon hij op eigen benen naar huis wankelen.
Op straat waren de parkeerwachters opgedoken toen onze gasten afscheid namen. Dat is een raar fenomeen, die parkeerwachters. Als je geen zin hebt om te werken schaf je jezelf een fluorescerend hesje aan, een knuppel en een boekje met lege parkeerbonnetjes (te koop in elke kantoorboekhandel) en als je het heel professioneel wilt aanpakken zorg je ook voor een pet. Vervolgens kies je een stuk straat uit en ga je parkeerplaatsen toewijzen. De concurrentie jaag je weg met je knuppel. Elke keer als iemand in jouw stukje parkeert geef je een bonnetje en vraag je geld. In ruil hou je het verkeer tegen als je klant wil wegrijden. Dat is handig in de hele drukke straten, Costa Ricaanse chauffeurs zijn immers niet de meest hoffelijke. Bij ons waren ze dus ook opeens. Ik had ze daar nog nooit gezien want wij wonen in een woonstraat waar nu niet meteen veel auto's komen parkeren. Maar nu waren ze er, druk niet-bestaand verkeer tegenhoudend, met hun armend zwaaiend en hard op hun fluitjes blazend. Geen idee waar ze vandaan kwamen, van bij de kerk om de hoek, neem ik aan, waar veel cafés zijn. De concurrerende mannetjes zorgden ervoor dat onze gasten het wegrijden niet gemakkelijk gemaakt werd: ze hielden elkaars klanten tegen en hun gemolenwiek zorgde voor een hele hoop chaos en lawaai. Zo eindigde alles toch nog typisch tico.
Costa Ricanen houden trouwens van verkeersagentje spelen. Bij de school van de kinderen staat ook altijd een heel stel bewakers het verkeer te regelen. Zo illegaal als wat maar het is wel nodig: 's morgens en 's avonds is het er een wirwar van dikke bakken van Victoria Beckhams die hun jongen komen afzetten en afhalen en die vinden dat ze het recht hebben om iedereen van de weg te rijden (vooral voetgangers worden graag en meedogenloos de berm in geduwd), daartussen rijden dan ook nog bussen, taxi's en de occasionele verdwaalde vrachtauto en proberen mensen met hun kinderen aan de hand de school te bereiken. Zonder het geregel van die bewakers vielen er dagelijks doden of - erger nog - maakte men krassen op onze auto. Als we Casper tijdens de middag gaan halen is er geen verkeer (de meeste kinderen blijven de hele dag op school zodat hun moeders hun zonnebanksessie niet moeten onderbreken of elegant kunnen gaan lunchen) maar toch moeten we wachten tot zo'n bewaker uit zijn hokje is gekomen, met veel ceremonieel midden op de rijweg is gaan staan, zijn stopbord heeft geheven, goed om zich heen heeft gekeken en ons dan met een luid Pase! en een zwaai van zijn arm de toestemming heeft gegeven om over te steken op het zebrapad. Dat doen ze overigens alleen als er kinderen bij zijn, als je alleen bent mag je wat hen betreft overreden worden.
Ook in de stad staan overal verkeersagenten druk te doen. Op de grote rotondes van de ringweg staan te driftig met hun armen grote cirkels te draaien, alsof de files sneller oplossen als zij maar hard genoeg wapperen. Zij zien er ook op toe dat wie de stad niet in mag er ook niet in komt. Dat zit zo: elke auto mag 1 werkdag per week niet in de stad; welke dag dat is hangt af van het laatste cijfer van je nummerbord. Waag je het toch te rijden op je dag van restricción is de kans heel groot dat de politie - die op alle invalswegen staat - je tegenhoudt, je auto laat wegtakelen en je een flinke boete geeft. De boetes hier zijn trouwens niet mals: 10 km/h te hard komt je op 500 USD te staan, plus 30% voor de wezen. Dat is dus een maandloon.
Hardrijden is echt wel een probleem. Om daar wat aan te doen werden overal in de stad camera's geïnstalleerd en werden er astronomische boetes ingevoerd. Met succes: het aantal verkeersdoden daalde spectaculair en voor het eerst sinds lang kwamen er weer minder mensen om in ongelukken dan dat er vermoord werden. Maar het mocht niet blijven duren: ook in Costa Rica zijn er rechters die vinden dat veilig verkeer minder belangrijk is dan het recht om hard te mogen sjeezen en het gebruik van de camera's moest dus geschorst worden. De regering broedt nu op nieuwe wetten waardoor ze de camera's toch kunnen gebruiken; dat is des te dringender omdat 15% van haar begroting voor 2012 uit boetes moet komen.
Naast de parkeerwachters en allerhande verkeersagenten, heb je ook overal straatventers. Die verkopen 's ochtends kranten en later halen ze hun groenten en fruit en bloemen boven. Maar er zijn er ook andere spullen verkopen en hun aanbod is afhankelijk van wat er dagelijks van de vrachtauto's valt. Soms staan ze op elk kruispunt laders voor mobiele telefoons te verkopen, of ruitenwissers, of keeperhandschoenen, of petroleumlampen, of kussens, of vogelkooien, of kandelaars, of schroevendraaiers, of kauwgum. Allemaal verkopen ze hetzelfde. En de vrouwen die bij valavond opduiken en eruit zien als schoolmeisjes met witte sokjes en geruite rokjes en staartjes in hun haar staan níet op de bus te wachten, dat zijn liftsters die wachten tot een vriendelijke automobilist hen wil meenemen.
Dinsdag was er het Koningsfeest, bij de Belgische paters of de berg. Een uitgebreid buffet met Belgische bieren en puntzakken friet en ongetwijfeld ontroerende maar door het slechte geluidssysteem jammer genoeg onverstaanbare toespraken door onze ambassadeur, de minister van Buitenlandse Zaken en door iemand van wie niemand eigenlijk wist wie hij was. Onze Canadese zwemmer was er ook maar ik kon niet goed begrijpen wat hij allemaal probeerde te zeggen door de vlokken Duvelschuim in zijn baard; ik hoop maar dat hij niet de berg is afgedonderd. Alle Tico's zongen weer luid de Bandera mee, de Belgen zwegen zoals gewoonlijk uit volle borst tijdens de Brabançonne.
's Middags speelde Costa Rica voetbal tegen Spanje. Tienduizenden hebben zich diep in de schulden gestoken om mee te mogen maken hoe het Spaanse D-team zo vriendelijk was een gelijkspel toe te staan. De kranten gingen echt serieus in op de wedstrijd, met voor- en nabeschouwingen en analyses. De journalisten hier zijn al net zo dwaas als de Europese.
Donderdag mochten we koffie gaan drinken met de Nederlandse gemeenschap. Hartstikke gezellig. In een dorpje net buiten San José. Heel opvallend hoe de sfeer daar verandert: meteen heb je het gevoel in een andere wereld te zijn, waar de tijd trager verloopt, waar de mensen kuieren, waar je nog ruiters ziet, waar de koeien en geiten over straat wandelen. 50 jaar geleden. Limburgs, bijna. En dat op 10 kilometer hemelsbreed van het centrum van de stad. San José is echt een wereld op zich.
Vanmorgen was de Sint geweest. Verbazend hoe die oude baas erin slaagt om hier AH-pepernoten in de schoentjes te komen stoppen terwijl hij toch ook in Europa druk bezig is. En hij is nog heel kwiek: hij klimt zomaar over het prikkeldraad en slaagt erin onze poort te openen en netjes weer te sluiten als hij weggaat. Je ziet echt hoe religies ontstaan, op deze manier. Mensen zijn bereid om alle ongeloofwaardigheden te slikken als ze maar beloond worden; of het nu met pepernoten is of met het eeuwige leven.
Wie ook heel kwiek is, is de inbreker die vorige week écht over ons hek klom en een beveiligingscamera heeft gestolen. Een andere had hij afgedekt met een plastic zak. Een grap of iemand die probeerde in te breken? We weten het niet maar in ieder geval waren we danig geschrokken en dezelfde dag nog hebben we een nieuw alarmsysteem besteld; dat nog altijd niet geïnstalleerd is want men werkt hier niet zo snel.
2 dagen later hing er een damesslipje aan ons hek. Relatiegeschenk van een lingeriemerk of van een nachtclub? Grote goesting onderweg van de kroeg naar huis? Een windvlaag? Vreemd.
Straks gaan we weer naar het Museo de los Niños, in de oude gevangenis van San José, een soort Moors paleis. Een museum over waarlijk alles: er staan modellen van het zonnestelsel, een volledig koloniaal huis, een helikopter, opgezette dieren, menselijke skeletten, een radiostudio, een terrarium, magneten en spiegels, een kinderboerderij, potten en pannen en aardewerk. Je kunt er filmpjes bekijken over hoe je je tanden moet poetsen, archeologische objecten opgraven, doktertje spelen, koffiebonen plukken, proefjes doen, zeepbellen blazen. Allemaal uiterst interessant. En beetje ouderwets en krottig maar heel leuk.
Wouter Van Bellingen heeft mij uitgenodigd om lid te worden van de een of andere groep op FB. Ik kan het verzoek aanvaarden of négeren. Waar blijft hij ze halen? Mijn broek zakt ervan af.
Tenslotte, om mijn neef Peter die klaagde dat ik niet genoeg over vogels schrijf, een plezier te doen: