woensdag 8 juli 2015

Panama, 8 juli 2015.

De laatste post uit Centraal-Amerika. Het is mooi geweest en na 2 jaar Costa Rica en 2 jaar Panama wordt het tijd voor iets anders.  Dat iets anders wordt Albanië, toch wel een beetje een verrassing.  Maffia, autodieven, louche buitenwippers, vrouwensmokkelaars, drugshandelaren, bloedwraaknemers, geiteneters…  Mijn eerste reactie zat vol clichés.  De werkelijkheid schijnt echter een stuk genuanceerder (en minder dramatisch): het meeste exotische (want langst geïsoleerde) land van Europa, heel gevarieerd, lekker eten en onverwacht veilig. 
Ik ga daar werken op de Nederlandse ambassade.  Het zal aanpassen worden.  Ik heb  vorige maand een opleiding gevolgd in Den Haag om alvast kennis te maken met een aantal relevante collega’s en met de Nederlandse manier van werken. Ze vonden het moedig van me en dat vond ik dan weer licht onheilspellend. Maar iedereen was aardig en er hing een heel positieve sfeer, wat toch een verademing was.  Het zal wel lukken.

Het was een speciale tijd hier.  We vertrokken met 2 kleine kindjes, 2 cavia’s en een oude kat.  De kleine kindjes zijn groot en tweetalig geworden, de cavia’s en de kat zijn dood.  In plaats daarvan hebben we 2 poezen die we uit het asiel gered hebben en een straathond die aan kwam lopen en denkt dat hij een schoothond is.  Het wordt me wat, ze allemaal mee naar Europa nemen.



Je weet niet of je er goed aan doet, die kinderen meesleuren naar de andere kant van de wereld.  Weegt de ervaring die ze hebben gekregen, de talen die ze hebben geleerd, de mooie reizen, de dieren, de zee op tegen de eenzaamheid die ze soms gevoeld hebben , de leerachterstand die ze hebben opgelopen, de ongemakken van een tropisch klimaat?  Of maakt het allemaal niet uit? Je kunt het niet terugdraaien, natuurlijk.  We zullen nooit weten of ze beter af geweest waren als we gewoon thuis waren gebleven.  Ik hoop maar dat de eindbalans uiteindelijk positief zal zijn.  Dapper zijn ze in ieder geval wél geweest, en volhardend.  Ze hebben wel wat rust verdiend.


Alle Centraal-Amerikaanse landen hebben sinds onze aankomst een nieuwe president gekregen (al  had dat met onze aankomst strikt gesproken meestal niets te maken).  Behalve Nicaragua, waar de president voor eeuwig aan mag blijven.  Zo worden we altijd teleurgesteld in de mensen.



We hebben veel gezien: de vulkanen in Guanacaste, de quetzals in de Talamanca, de ara's in de amandelbomen aan de Stille Oceaan , Arenal in de zon, uitkomende schildpadden in Puerto Viejo, walvissen in de Islas de las Perlas, San Blás, de koude bergen in Boquete. Een hele nieuwe wereld.











We hebben ook veel mensen ontmoet.  Sommigen werden vrienden, anderen niet.  Aan de eersten denk ik nog vaak, aan de laatsten niet. 

Het is me op het werk ook het een één en ander geweest: een ambassade sluiten, een andere openen.  . Mensen ontslaan, anderen aannemen.  Teleurstelling en hoop.  Het is soms moeilijk geweest, vaak was het  om de moed te verliezen maar het is uiteindelijk toch goed gekomen: de boel loopt  en blijft wel lopen. 


Ik zal Centraal-Amerika wel missen.  Het klimaat misschien iets minder: de eindeloze hitte is slopender dan je denkt.  Maar wel het licht, het landschap en de dieren, het  zachte Spaans.Ik weet niet of ik hier ooit nog terugkom.  Ik ben nu in ieder geval heel nieuwsgierig naar Zuid-Amerika, zo blijft er weer een nder continent te ontdekken.

Verhuismannen zijn nu bezig onze spullen in te pakken.  Het huis is nu niet meer het onze -  tijd om te vertrekken, tijd voor iets nieuws.

Plaudite, amici, comedia finita est.

donderdag 25 december 2014

Panama, 25 december 2014.

Onze laatste kerstdag in Latijns-Amerika.  Voorlopig, toch.  Het wil maar niet wennen, kerst in de zomer.
In de periode tussen begin november en pasen ligt Panama stil. Er wordt de onafhankelijkheid van Spanje gevierd en verder ook nog het feest van de vlag, de onafhankelijkheid van Colombia, moederdag, Colombusdag, Bolívardag, het binnenhalen van het suikerriet, kerstdag, oudjaar, nieuwjaar, driekoningen, het opgaan van de nieuwe maan, het stoken van de rum, carnaval (een hele week), het midden van de vasten, de goede week en pasen. En dan vergeet ik er vast nog een paar.

Op de radio heb je de gebruikelijke eindejaarslijsten, dat brengt sfeer.  Al blijf ik me toch afvragen hoe types als Gavin DeGraw of Will and the People er toch elk jaar weer in  slagen om genoeg stemmen te halen om in de lijst te komen.  Of Madonna.

Sfeer wordt ook gebracht door de uitbundig versierde huizen, de reusachtige kerstbomen in de malls en de larger-than-life kerststallen.  In de Panamese geest valt kerstmis midden in de poolwinter en daar hoort natuurlijk sneeuw en winterkou bij; dus zie je overal in de straat mensen met winterjassen en mutsen opduiken - je moet willen lijden voor de sfeer.



Het regenseizoen zou er bijna op moeten zitten maar dat beseft het zelf nog niet zo goed.  We hebben nu dagenlang grijs weer met regenbuien die uren duren en de kracht hebben van een hogedrukreiniger.  Je verwacht je aan novemberkou en een stevige wind maar het blijft hier maar heet; grijs of niet.
Nu zou toch het droge seizoen moeten aanbreken.  Dat is mooi: 4 maanden schitterend blauwe hemel en een beetje afkoeling door de  (ik heb dat opgezocht) westenwinden.

We hebben er een nieuw gezinslid bij: Boas de Mongoolse windhond.  Op een avond stond hij in onze tuin, helemaal uitgehongerd en mager.  Hij is maar gebleven.

Als ik hem uitlaat, valt hij alles aan: ñeques, coati's, gieren, andere honden - een echt haantje.  Maar thuis ligt hij dik onder de slof : Pipa en Mia besluipen hem, springen op zijn rug en kop en meppen er naar hartenlust op los.  Hoewel hij tien keer groter is dan de twee hellevegen en ze in één keer middendoor zou kunnen bijten, ondergaat hij hun getreiter lijdzaam - wat hen alleen maar nog meer aanmoedigt.  Ze hebben een inslecht karakter.  En ze zijn gewapend.


Ook de Mac Nac Feegle hebben slechte karakters.  Ze zijn een volk van kleine blauwe mannetjes (a fairy folk - but don't let them hear that!) die leven voor het vechten, stelen en zuipen en een heel plat Schots spreken.  Ze komen voor de de boeken van Terry Pratchett over de heks Tiffany Aching en ze zorgen voor de hilarische noten in de dromerige, vaak filosoferende en soms echt griezelige en gitzwarte maar altijd ook heel grappige verhalen.  We beluisteren de audioboeken in de auto en schreeuwen vrolijk mee van "Crivens!" en lachen hard om dingen als "Ye can tak' oour lives but ye cannae tak' oour trousers" en "we have a cheap lawyer of our own and we are not afraid to use 'im".  

Een collega is getrouwd.  Met een Amerikaan dan nog.  Omdat ze beiden nogal fanatiek protestants zijn, begon de bruiloft met een uitgebreide ceremonie waarin zij hem onderdanigheid beloofde, ze elkaar insmeerden met honing ("uit het Heilig Land," sprak de dominee ernstig terwijl hij met zijn vingers het labeltje 'miel panameño' op het potje probeerde te verbergen), rijst gooiden naar elkaar, zout van elkaars vingers likten en samen uit één glas wijn dronken (hij veel gretiger dan zij, dient gezegd: de dominee moest hem nog eens bijvullen).  De bruidegom was vroeger een Marine en zijn best man ook en die laatste wijdde zijn traditionele toespraak vreemd - en ook ongepast - genoeg volledig aan de liefde die hij voelde voor de bruidegom; die dat alles met een schaapachtige grijns en een vreemde melancholische blik in zijn ogen zacht knikkend aanhoorde.  In het publiek werd nogal veel gekucht en gefluisterd en de bruid keek na de toespraak lang niet zo gelukkig als ervoor.  "Bij de Marines hebben ze ook kappers," lichtte mijn buurman behulpzaam toe.
Enfin, fanatiek protestants of niet: het feest ontaardde nogal snel in een slemppartij waarbij de door botox recht gehouden oma van de bruidegom haar eigen versie van de French cancan danste op tafel (ze zwaaide haar benen kwiek tot op enkelhoogte) en de best man zeker niet de last man standing was.
De bruid zat de hele avond nors te kijken aan de eretafel, ze vroeg zich ongetwijfeld af waar de vingers waar ze aan het begin van de avond het zout vanaf had gelikt allemaal al hadden gezeten.  De bruidegom zweeg en keek schuldig.  Dat huwelijk kon echt wel beter begonnen zijn.

Sinterklaas is geweest.  Met Pieten die gewoon zwart waren.  Hier geen concessies aan Gouda-, stroopwafel-, opa- of oranje Pieten: zwart is zwart.  Ik heb de discussie van op afstand gevolgd tussen beschaafde mensen die vinden dat zwarte Piet kwetsend is en mensen die vinden dat het allemaal niet zo kwaad bedoeld is en helemaal niet zo beledigend als men laat uitschijnen. Ik kwam er niet uit.  Ik heb ook op de 'sociale' media de discussie gevolgd tussen minder beschaafde lui die vinden dat alle blanken racisten zijn en blanken die constant bewijzen dat ze dat inderdaad ook  zijn. Ik ben er nog steeds niet uit maar ik vind de uitgesproken voorstanders zulke engerds dat ik toch niet meer complexloos vóór kan zijn. Je moet er niet aan denken over wat voor onderwerp dan ook hetzelfde te denken De Winter en Wilder en al zeker niet als hun aanhangers.
Maar goed: het feest was plezierig, al was het wel weer veel te luid - dit is en blijft Panama.  En de mouwen en de broekspijpen van Sinterklaas waren te kort en zijn baard en pruik leken van oude zwabbers gemaakt en zijn mantel was duidelijk een oud gordijn en zijn kunstgebit stond los en Hoofdpiet stond niet al te vast op zijn benen maar dat kon niet deren - het was ouderwets gezellig.


En ook Halloween viel dit jaar.  Casper hield het bij een klassiek Star Wars-motiefje, Emma zocht het wilder.  Ikzelf zette een domme blik op en ging als mezelf.

Eén van de weinige bezienswaardigheden van Panama is het Museum van de Biodiversiteit, aan het begin van de pier die de toegang tot het Kanaal beschermt tegen stormen. Het is ontworpen door Frank Gehry, bekend van o.m. het Guggenheim in Bilbao en de middelvinger naar de pers.  De daken en de muren zouden de voor hem zo kenmerkende stalen afwerking hebben.  Dat was echter niet bestand tegen het vochtige Panamese klimaat en ze werden dan maar gelakt in felle kleuren.  Het geheel ziet er nu uit als een tropische bloem en is ongetwijfeld veel mooier dan het originele plan.

Het museum is gewijd aan de biodiversiteit en de geologie van de Panamese landengte.  Een interessant thema; alleen jammer dat de collectie zich  grotendeels beperkt tot wat keien en een hoop ongeschilderde modellen van uitgestorven dieren in twee kleine zaaltjes en een smalle gang.


En de kaken van een megalodon die ze afgetroggeld  hebben van het Smithsonian een eindje verderop.



En zondag gaan we naar de Notenkraker in het Teatro Nacional.  Zo gecultiveerd zijn we dan ook wel weer.  Vreemd toch, dat zo'n typisch Russisch sprookje zó is opgenomen in het Amerikaanse erfgoed dat kerstmis niet geslaagd is zonder een uitvoering van dit ballet.
En op nieuwjaarsdag kijken we het concert in Wenen, natuurlijk.  Kwestie van 2015 melig in te zetten.

Geniet nog van het leven, lezers, maar met mate! En laat u niet opeten door een megalodon.

zondag 29 juni 2014

Panama, 29 juni 2014

Voetbal heerst in Panama.  Zelf doen de Panamezen niet mee maar dat kan de pret niet drukken: elke wedstrijd wordt even enthousiast gevolgd in bars en restaurants.  De helft van de Panamezen loopt rond in voetbalshirtjes en veel auto's zijn versierd met vlaggetjes (sommigen van 3 of 4 verschillende landen).  Maar toch hopen ze allemaal dat de Brazilianen wereldkampioen worden.  Leutig is het in ieder geval wel.

De verkiezingen zijn achter de rug.  Tot zijn verbazing (en ontzetting want nu vliegt hij wegens corruptie in de bak) verloor de persident die en moet hij plaats ruimen voor een conservatieve kandidaat.  Hij heeft echter van zijn laatste weken aan de macht gerbuik gemaakt om allerlei wetten door te drukken die zijn opvolger het leven zuur moeten maken: politiek benoemde ambtenaren kunnen niet meer, zoals gebruikelijk was ontslagen  worden een vervangen door aanhangers van de nieuwe president; de prijs van de metrokaartjes werd verlaagd zodat de nieuwe president meteen kan beginnen die opnieuw te verhogen als hij wil voorkomen dat de metro failliet gaat; een aantal contracten voor opebare werken gingen nog net op tijd naar vrienden van de presidente en - mijn favoriet - de taksen op de secco (de populaire sterkedrank die gemaakt wordt door niet meer voor menselijke comsumptie geschikte vodka te mengen met azijn en koeienpis) die geproduceerd wordt door het familiebedrijf van de nieuwe president worden verhoogd terwijl de accijnzen op de even smerige secco van de schoonzoon van de oude president net verlaagd worden.
Tio heeft het dan toch niet gehaald en wordt hij - nu hij n iet langer parlementair onschendbaar is - uitgeleverd aan de Amerikanen. Maar mijn andere vrienden Sergio en Diego zijn wel verkozen.  Ze hebben van hun eerste parlemenstsalaris allebei een nieuw gebit gekocht - dat vooral Diego prachtig staat.


Het regenseizoen is flink begonnen.  Wij wonen in de Kanaalzone, waar het meer regent dan in de rest van de stad.  Eigenlijk zou het daar net zoveel moeten regenen maar het oerwoud dat voor al die regen zorgt (regen die het Kanaal voedt)  is daar natuurlijk gekapt.  De buien zijn vaak heel hard, met donder en bliksem en overal overstromingen en auto's die tegen elkaar rijden.  De tropen, nietwaar.

Dat regenwoud is trouwens heel mooi.  Ik ga vaak wandelen in de parken hier in de buurt.  Je komt daar nauwelijks iemand tegen want Panamezen houden niet van wandelen en zijn eigenlijk een beetje bang voor de natuur.  Ze weten niet wat ze missen.




Maar overal loert gevaar in het het woud: woeste beesten staan klaar om de slecht voorbereide reiziger  te verscheuren.

Ook de kust is mooi.  Al zijn de stranden vaak te heet om lekker op te liggen of te spelen, liggen ze vol met afval (het is een slordig volkje) en houden de mensen van wel heel erg luide muziek.  Maar als je goed zoekt vind je paradijslijke, verlaten stukjes. Doorgaans zijn het stranden die je niet met de auto kunt bereiken - vandaar de rust.


Panama-Stad heeft een modern gedeelte met torengebouwen, krottenwijken en gewone Europees aandoende buurten.  Maar het hart is de Casco Viejo, de oude stad die in de 18de eeuw gesticht werd op een landtong nadat Engelse piraten het oorspronkelijke Panama hadden verwoest.
Vroeger had je vanuit Casco Viejo een onbelemmerd uitzicht over de Baai van Panama maar dat is nu afgelopen: sinds 2 maanden ligt een ringweg omheen die de auto's sneller van de ene file naar de andere moet brengen.  Doodzonde.

Het 'stinkende dorpje', zoals mijn kindertjes dat stukje UNESCO-werelderfgoed noemen, wordt nu opgeknapt en wordt een merkwaardige mengelig van terndy, chique en krot.




En wij sleuren die kindertje overal maar mee naartoe en daar worden ze zo moe van.


En dan hebben ze er genoeg van.

En dan protesteren ze.


Maar daar trekken wij ons niets van aan want vaak is het ook heel plezierig.

Nu ga ik supporteren voor de stuntende Tico's.  Pura vida en huphup! (Pas op als u een Costa Ricaanse voetbalfan ziet: zij gooien, zoals ik eerder al schreef, met zakjes urine naar supporters van de andere ploeg - wat hen toch iets minder sympathiek maakt).

Maar niet voordat ik mijn jaguar nog eens gepost heb; een mens staat tenslotte niet elke dag oog in oog met de grootste kat van de Amerika's.

donderdag 17 april 2014

Panama, 17 april 2014

Volgende maand kiest Panama een nieuwe president, een nieuw parlement en nieuwe burgemeesters.
Aan de tienduizenden verkiezinsvlaggen en -affiches in het land te zien is een mandaat de nodige investerigen waard.  Alle lantarenpalen in het hele land zijn beplakt, op elke bergtop staat wel een vlag, hele huizen zijn geschilderd in de kleuren van de verschillende partijen, alle auto's hebben wimpeltjes en veel mensen dragen speldjes van hun favoriete (of de meest vrijgevige) kandidaat.
Mijn voorkeur gaat uit naar Tio, die zijn louche bedoelingen schaamteloos benadrukt met zijn Hells Angelssnor, zijn Don Corleonehaarsnit, zijn gemene oogjes, zijn rattentandjes, zijn borsthaar en zijn (jaja!) halsketting.  Voor de duidelijkheid: hij voert geen campagne vanuit zijn cel in de gevangenis voor drugshandelaren maar gewoon vanuit het parlement.

Voor sommige kandidaten moet je bewondering opbrengen voor de doortatstendheid waarmee ze afrekenen met gebreken, zoals een uiterlijk als een wederopgestane regenworm:
Of een naam waarvoor je ouders toch het een en ander uit te leggen hebben:
Beby, die opkomt voor wat we gerust het Panamees Blok mogen noemen (zelfs hun slogan past: el pueblo primero - ruikt verdacht, he) noemt zichzelf op sommige posters "el Obama panameño"; hoe onbescheiden en blind kun je zijn.

En ook nonkel Franz doet mee, hij is de vriend van de wat zuurdere kiezer (die hij nooit zal verraden):

De president, die graag zou hebben dat zijn vrouw vicepresidente werd omdat hij zelf geen kandidaat meer mag zijn, loopt zich de benen uit het lijf om infrastructuurprojecten in te huldigen, zo net voor de verkiezingen.  Hij heeft de metro geopend en een nieuwe rondweg en een nieuwe luchthaven en nieuwe tunnels en nieuwe verkeerspleinen en nieuwe bushaltes.  Wat hij niet kan inhuldigen, zijn de nieuwe sluizen van het Kanaal - het hoogtepunt van zijn ambtstermijn en voorzien voor 2 dagen voor de verkiezingen.  Financiele onenigheid, technische problemen, stakingen, onbetrouwbare onderaannemers, slecht weer, warm weer, grondverzakkingen, overstromingen... Ze mogen blij zijn als alles in 2016 klaar is.  Ondertussen staan de nieuwe sluisdeuren in de weg - zowat het enige dat op tijd klaar was.

De Caribische kust van Panama is nogal woest.

 Invallers moesten dus gebruik maken van de rivieren om door te dringen tot het binnenland.
De belangrijkste is de Chagres, die tot vlakbij Panama Stad loopt en de ideale route is voor iedereen die naar de Stille Oceaan wil gaan.  Daarom bouwden de Spanjaarden een groot fort aan de monding van de rivier om zeerovers en ander gespuis buiten deur te houden.




Aan de andere kant mondt de Chagres uit in het Kanaal.  Een heel stuk vrediger.


Aan de Atlantische toegang van het Kanaal ligt Colon.  Eerder Kingston dan Panama: mulatten, reggea, joints, krotten,  geweld.  Maar wel steeds met de glimlach.

De prioriteiten van de mensen zijn duidelijk: vanuit hun krot kunnen ze toch lekker Barcelona en Real Madrid rechtstreeks zien spelen. Leve de satellietschotel! Die ruiten of dat toilet kunnen wel wachten.

Je kunt van Panama naar Colon met de trein, bijna 77 kilometer van oceaan tot oceaan.  De spoorlijn werd in de jaren 1850 aangelegd om goudzoekers van de Amerikaanse westkust naar Californie te brengen.  Hij was cruciaal voor de bouw van het Kanaal in een gebied waar voor de rest geen wegen liggen.  Nu rijdt hij 's morgens naar Colon en komt hij 's avonds weer terug. Overdag is het spoor voor goederenvervoer. 


In een rijtuig met panoramisch dak rijd je door het oerwoud en is het alsof je over het water van de vele rivieren en meren die het Kanaal voeden, glijdt.  Panama zoals je het anders niet ziet.



Een tijdje geleden waren we in het nationaal park van Chiriqui.  Om bootje te varen en te snorkelen en te genieten van zonsondergangen in de mangrove.





En wie het breed heeft, laat het natuurlijk ook graag zo hangen.

Er wonen in Panama veel Chinezen.  Die hebben winkeltjes en restaurants. En ze hebben vliegerfestivals, waaraan wij natuurlijk graag deelnemen.  Al doet de ene dat met wat meer succes en plezier dan de ander.


Als je een beetje uitkijkt, zie in de omgeving van ons huis een hele hoop dieren. Meestal zelfs vanop ons terras.
Leguanen:

Luiaards;


Roodnektamarins;


Opossums:

Wasbeertjes:

Slangen:

Helmspechten:

We hebben 2 poesjes uit het asiel: Pipa en Mia.  Vol wormen en schimmel.  Ze hebben al een beschermer gevonden.

Lief, he.  Maar als we even niet kijken, zijn het al meteen vuile manieren.  Die tropen toch.

Tenslotte: ze hebben het misschien niet zo getroffen met hun vader maar gelukkig hebben ze elkaar nog. Kings of the world.
En met deze vrolijke gedachte laat ik u.  Moge u alle paaseieren vinden.