maandag 5 december 2011

San José, 4 december 2011

Morgen het heerlijk' avondje!  De Sint is hier al geweest, trouwens.  Gisteren kwam hij op de residentie van de Nederlandse ambassadeur.  Alle kindjes stonden hem vol verwachting op te wachten, met zelfgemaakte pietenmutsen op hun hoofdjes en tekeningen in hun handjes en met bonzende hartjes.
Hij viel een beetje tegen: hij kwam niet eens op een paard maar in een witte Kübelwagen.  Zijn haar was niet gekamd, zijn baard zat een beetje scheef , de weer zat in zijn tabberd en zijn staf was een bezemsteel met een bovenstuk van karton.  De linten aan zijn mijter zaten aan de voorkant, waardoor hij er eerder uitzag als rabbi Jacob dan als een bisschop.  De pieten hadden hun nekken niet geschminkt.  "Hulpsint", had het grut meteen door.  Maar ze vergaven het hem: Costa Rica is niet naast de deur en helemaal op je schimmel de oceaan oversteken is ook voor de goedheiligman een hele opgave.

Er volgde het traditioneel gezang en eten van banketstaaf, marsepein en pepernoten.  Sinterklaas sprak rad Nederlands, Engels, Spaans en Frans toen de kindertjes van het internationale gezelschap bij hem mochten komen voor een chocoladeletter. Ook Emma en Casper.  Hulpsint of niet: Emma was haar gebruikelijke verlegen zelf en ook Casper was onder de indruk. Toch zong Emma een liedje door de microfoon, wat wel heel dapper was.


's Avonds hadden we pakjesavond. Ik heb een dinosaurus gekregen, tot verbazing van de kinderen die niet wisten dat Sinterklaas ook aan volwassen speelgoed gaf.  Aan heel kinderachtige volwassenen, bedachten ze vervolgens, terwijl ik van mijn voetstuk tuimelde.

De kerstperiode is nu flink ingezet.  Overal staan nu kerststallen en -bomen en hangen er kerstballen ter grootte van basketballen.  We hebben al een kerstlunch gehad en het kerstfeest van de diploclub. Allemaal heel bizar.

Afgelopen week vierde Costa Rica de afschaffing van het leger in 1948.  De toenmalige president, Figueras, die liefhebbend door iedereen 'don Pepe' genoemd wordt, was aan de macht gekomen door een staatsgreep en een klein burgeroorlogje en was vastbesloten dat ze hém dat niet zouden flikken en schafte daarom het leger af.  Sindsdien geniet Costa Rica het image van het meest vredelievende land ter wereld.  In werkelijkheid worden de grenzen bewaakt door de Amerikanen, die in ruil hun special forces mogen opleiden in de dichte jungles van het land.  In de jaren '80 hadden de Contra's hun bases in Costa Rica, van waaruit ze vrolijk sandinisten gingen vermoorden in Nicaragua,  en de inval in Panama om drugsdictator Noriega te verdrijven (waarbij 5000 burgers omkwamen) werd van hieruit gelanceerd.  Maar dat vergeet men graag, liever heeft men het over Pura Vida en de vrede.  Ze zijn adembenemend sterk in propaganda, dat moet je toegeven.
Presidente Chinchilla had haar Panamese collega Martinelli uitgenodigd voor een feestje in het Nationaal Museum, het voormalige hoofdkwartier van het leger.  Ook Panama heeft geen leger meer, afgeschaft na de arrestatie van Noriega.  Dat schept dus een band.
Het binnenplein zat vol met scouts die uit volle borst "Viva Costa Rica" riepen; en "Viva Panamá" en "Viva la Paz".  Het werd vreemd toen ze "Viva gallo pinto" begonnen roepen, gallo pinto is een traditioneel gerecht, gemaakt van rijst en bonen en is de ziel van de Costa Ricanen.  "Leve friet met biefstuk", zoiets.
Er waren de traditionele toespraken en Chinchilla ondertekende de wet die van 1 december voortaan een feestdag maakt.  Er werden helden gedecoreerd en veteranen geëerd en vals 'Eleanor Rigby' gezongen en af en toe moest één van de presidenten of allebei tegelijkertijd naar voren komen om een handje te schudden, te zwaaien of iets te zeggen.  Chinchilla deed daarbij steeds de Bill Clinton: ze zwaaide en knipoogde  naar een willkeurig iemand in het publiek, alsof ze de beste vrienden waren; meestal tot grote verbazing van de begroete, die nooit had kunnen vermoeden dat de presidente op een dag met hem zou flirten.  Martinelli hield het bij een algemeen  handengewapper en een vaderlijke blik voor iedereen, waarbij hij zijn best moest doen om om en over zijn bodyguards heen te kijken: grote negers met donkere zonnebrillen en oortelefoontjes en pakken uit de Marinero waaronder hun Dirty Harry-pistolen duidelijk en dreigend zichtbaar waren.   Uiteindelijk werden beide staatshoofden erelid van de scouts gemaakt en kregen ze een scoutsdas om.  Ik betwijfel echter of ze elke dag wel een goede daad stellen. En hun scoutsgroet leek op het geklauw van een norse leeuw.

Aan mijn ene kant zat een Russische collega de hele plechtigheid lang luide scheten te laten. Hij verontschuldigde zich wel elke keer hoffelijk bij al zijn buren.  "Wodka Cubana ayer", fluisterde hij me toe, alsof dat alles verklaarde.  Dat heb je als je drank stookt van rotte bananenschillen, neem ik aan.
Aan mijn andere kant zat een Fransman die me de hele tijd enthousiast zat te vertellen over de boullabaise (met éxtra knoflook!)die hij de vorige avond in grote hoeveelheden had gegeten. Hij toerterde in mijn oren én in mijn neus.  Ik viel bijna flauw en wist niet aan welke kant ik moest ademen.  Gelukkig komt aan alles een eind en kon ik na een uur of twee kokhalzend  vertrekken. Helemaal murw.  Zo zijn de gevaren van dit land.


550 dagen crisis.  Eindelijk een nieuwe regering.  En wat zien ik: verdomme grotendeels dezelfde smoelen.  Waar hebben ze het die hele tijd over gehad, vraag ik u af?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten