Het is noodweer in Centraal-Amerika. Stormen vanop de Stille Oceaan zorgen voor overstromingen en aardverschuivingen. In Guatemale en El salvador zijn al tientallen doden gevallen. In Costa Rica valt het gelukkig mee: er zijn elektriciteitsleidingen geknapt en stukken weg weggespoeld maar meer niet. Morgen zou het afgelopen zijn en trekt de storm naar Mexico. De sombrero's zullen vliegen!
Emma heeft het nog steeds moeilijk op school. Sommige dagen komt ze heel enthousiast naar huis maar nog heel vaak vindt ze er niets aan. Ze lijkt ook helemaal geen zin te hebben in contact met de andere kinderen; ze is heel afwijzend. Als mensen haar aanspreken wendt ze zich schuw van hen af, zegt ze niets terug. Alleen in kleine groepjes (haar speciale lessen Engels en Spaans) voelt ze zich veilig.
Mensen met ervaring zeggen ons dat dat normaal gedrag is, dat kinderen enkele maanden nodig hebben om de taal te leren, om uit hun isolement te breken, dat we wel zullen merken dat het gauw beter gaat, dat ze nu alles in zich opneemt en dat ze binnenkort genoeg geabsorbeerd heeft en zich open zal stellen voor de buitenwereld. Het zal mij eerlijk gezegd benieuwen. In ieder geval: als het tegen kerstmis niet merkelijk beter gaat zullen we echt iets aan de situatie moeten gaan veranderen. Het wordt nu ook tijd dat ze écht iets gaat leren op school, in plaats van er zo'n beetje bij te zitten.
Ze mist België ook en ons huis en haar schooltje en haar vriendjes. Maar ze is nog net zo dapper als in het begin.
Misschien was het niet zo'n goed idee om met onze kinderen hier naartoe te komen.
Casper is veel laconieker: hij babbelt terug als iemand iets tegen hem zegt, al is het vaak duidelijk dat hij geen idee heeft waar het over gaat. Maar dat lijkt hem niet te deren. Hij is de hele dag bezig met het kopiëren van de andere kinderen en zo fietst hij de dag door.
We merken echter wel dat ze allebei toch al Engels geleerd hebben. Ze gebruiken steeds vaker Engelse woorden in hun Nederlands: "do you want to speel with me?". "That is my boekentas". En toen we gisteren in een restaurantje zaten spraken ze zowaar een mondje Spaans.
Het is ook ook vaak gewoon heel leuk, hoor:
Vorige week was
er het wereldkampioenschap rafting. Omdat er ook 2 Belgische teams deelnamen, was ik uitgenodigd voor de officiële opening. Ik dus naar Turialba, een dikke 2 uur rijden om de 70 kilomter vanuit San José af te leggen. De opening vond plaats in een grote bloedhete en lawaaierige sporthal, waar het organisatiecomité achter een grote tafel op een podium zat te wachten tot iedereen stil was zodat de toespraken konden beginnen. Eén voor één stonden de minister van toerisme, de burgemeester, het plaatselijke parlementslid, de directeur van de stedelijke toeristische dienst, de directeur van de provinciale toeristische dienst, de voorzitter van de wereldraftingbond, de voorzitter van de Costa Ricaanse raftingbond, de voorzitter van het organisatiecomité, de directeur van het zwembad van Turialba en de baas van de sluizen op de rivier naar voren om, in een regen van speekseldruppels, in de microfoon te blaffen. Ik moest me na elke toespraak inhouden om niet luidkeels !Ariba España! te roepen. Na elke toespraak moest er ook lang geapplaudiseerd worden. En ook kwam er na elke spreker iemand het podium op geklauterd om het zopas geschreeuwde te vertalen in het Engels; waarna er weer geapplaudiseerd moest worden. En roen kwam de vrouw van de organisator om te zeggen dat hij die dag jarig was en moest er dus gezongen worden van cumpleaños feliz en ook van happy birthday. Dan kwam de plaatselijke Eddy Wally de speciaal voor de gelegenheid gecomponeerde hymne kwelen (een doorslag van 'Nikita', compleet met synthesisersolo, maar dan over bootjes) en dat werd dan nog eens over gedaan door een bewonderaar van Barry Manilow, mét blonde pruik. Toen kwamen de schoolkinderen een lokale versie van de vogeltjesdans doen: de meisjes met wuivende kleurrijke rokken en de fanatieke blik van kleine flamencodanseresjes, de jongens in cowboypakjes met de gêne die past bij jongens die weten dat ze de komende 10 minuten hun zakdoek een beetje onnozel boven hun hoofd moeten staan zwaaien terwijl hun vrienden erop staan te kijken. Toen was het afgelopen, verdwenen de deelnemers opgelucht naar het water en mochten de gasten gaan lunchen in de plaatselijke hotelschool. Zoute rijst met bonen, onder de begeleiding van meer toespraken: de burgemeester, de organisator (om te bedanken voor de verjaardagswensen), de directeur van de hotelschool, de kok, de directeur van de scholengroep, de maître d'hôtel, een man zonder duidelijke functie, de Japanse ambassadeur, de sponsor. Een hele dag naar geschreeuw geluisterd en geen raft gezien.
Ik heb toch even met de Belgen kunnen babbelen. Toffe gasten maar terecht niet al te ambitieus. Eén van hen kwam ik de dag na het wereldkampioenschap alweer tegen op het werk: er was ingebroken in zijn auto en mijnheer was zijn papieren kwijt.
Ook dat is Costa Rica!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten