Juli is de maand van de nationale feestdagen. De 4de was ik uitegenodigd bij de Amerikanen. In aanwezigheid van een echte astronaut en van de Costa Ricaanse presidente.
Voor de rest: een countrygroepje dat zo luid speelde dat de conversaties zich beperkten tot een beetje dwaas lachen en stom knikken. Het lachen werd groen toen bleek dat er alleen maar cola en kiddiebul te drinken was. Het is toch een beetje dwaas proosten met kinderchampagne met aardbeiensmaak. Er vielen ook alleen microscopisch kleine hamburgertjes te eten. Na een halfuurtje was zo goed als iedereen vertrokken en bleven astronaut, presidente en ambassadeure beteuterd achter met veel cola en hamburgertjes.
De 14de was het bij de Fransen te doen. Uitgebreide barbecue met echte Franse wijnen en een bejaardenkoor dat een soort Les Misérables-versie van de Marseillese zong, waarbij ze de hoge noten nét niet haalden. De stemming zat er goed in. Tot de Franse ambassadeur het woord nam en vanop het podium zijn dertig jaar jongere vriendin ten huwelijk vroeg. Iedereen klapte opgetogen. Zij weigerde echter zonder aarzelen en siste hem toe dat hij getikt was. De rest van het feest verliep in mineur.
Toen was het de beurt aan de Venezolanen. Ze begonnen met een bloemenlegging bij het Nationale Monument, met fanfare en erewacht van de politie. Eerst de Costa Ricaanse volkslied, dat door iedereen werd meegezongen. Van het Venezolaanse volkslied dat volgden, blijken er meerdere versie te bestaan, die zowel qua melodie als qua tekst van elkaar verschillen. Er was niet goed afgesproken welke versie er precies gezongen zou worden en alles eindigde in chaos en boosheid. Toen werden neergelegde krans, muzikanten en instrumenten in een busje geladen en werd precies dezelfde ceremonie opgevoerd in een ander park iets verderop. Iedereen was hierover heel verbaasd.
Vorige vrijdag hadden de Colombianen een groep dansers en muzikanten uitgenodigd voor hun carnaval. Samba met Afrikaans getrommel en pluimen en glitterjurken. De sfeer kwam er pas echt goed in toen de vrouw van de Colombianen de nuntius geheel onverwachts bij zijn soutane greep en hem dwong tot een soort lamabada. Hij was zo verbouwereerd dat hij zelfs schutterig mee deed. Ambiance!
Ik heb met een andere eenzame man de vulkaan Irazú beklommen. Bij zonsopgang gingen we op weg, op zoek naar het unieke maanlandschap van de vulkaan. Het viel tegen, we zagen niets:
Toen de mist wegblies konden we de krater heel kort en heel vaag zien liggen:
Daar waren we dus voor dag en dauw voor opgestaan. Typisch.
De volgende week wandelden we samen door de bergen achter ons dorp. Ongelooflijk hoe landelijk het aan de andere kant is, op een uurtje lopen van ons huis:
En zondag ging ik raften op de río Pacuara met een paar vrienden. Het sinds mijn laatste partijtje kurkminton met Casper geleden dat ik nog zoveel plezier gehad heb. Pure leut!
Nog een dikke week en ze komen terug. Eindelijk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten