maandag 30 januari 2012

San José, 30 januari 2012

Als bijdrage aan het sociaal ongenoegen en uit protest tegen de besparingen ben ik afgelopen weekend niet  naar kantoor gegaan, zoals nochtans wel mijn gewoonte is..

We zijn naar Playa Esterillos getrokken, aan de kust van de Pacific.  De weg erheen was al heel mooi: je rijdt een hele tijd langsheen de kust, waarbij je voortdurend uitzicht hebt op de oceaan.  Voorbij het wilde Jacó kom je in een landschap vol kleine vulkaankegels en kuddes buffels, met nog steeds aan de andere kant van de weg de zee.  Beach Boys door de luidsprekers, elleboog door het raampje, hemd open en cruisen maar.

Het resort was gebouwd door een kunstenares die de huisjes zelf had ontworpen: smaakvolle pastelkleuren laan de rand van het strand.

De rest van haar werk, dat bij de receptie en in het restaurant was opgehangen, bestond voornamelijk uit rommel die ze op het strand had gevonden en op een stuk karton had geplakt en met een spuitbus had geverfd.


En natuurlijk was er weer de ansichtkaartenzonsondergang. 

En mooie vogels, zoals deze vrolijke jongens: 
- de Mexicaanse tijgerroerdomp
- de visarend



- en dit kereltje, dat door het leven gaat als baardkoekoek:

Als je in Costa Rica fortuin wil maken, moet je in de plastische chirurgie.  Vooral in de borstvergrotingen.  In de rijkere wijken struikel je over de boob jobs en zien alle vrouwen eruit als Barbie's met donkere haren: allemaal een pink dik, allemaal hetzelfde gladde haar, allemaal dezelfde enorme zonnebril met diamantjes en allemaal dezelfde nepborsten.  Het is niet ongebruikelijk dat ouders hun dochter op haar 15de verjaardag een stel dikke tieten cadeau doen.  Op afbetaling, natuurlijk.  Vaak mislukken die operaties en gaan de implantaten schuiven (veel van die plastische chirurgen zijn knoeiers), meestal in tegengestelde richtingen zodatje dan vrouwen ziet met een bult op hun rug en een dikke knie. Of ze gaan lekken en dan komen de rondborstigen er achter dat er geen waarborg zit op hun hooters en moeten ze zich zwaar gegeneerd laten leegpompen in een openbaar ziekenhuis.

Ook de face lifts schijnen geregeld te misslukken, je ziet toch overal vrouwen die zó zouden kunnen poseren voor Picasso. Met scheve ogen en een glimlach tot achter hun oren, die zelf op verschillende hoogte staan.  En overal naden.  Ze kunnen lachen noch huilen om hun lot, want dan komen er gaten in hun gezicht.

In het centrum van de stad lijken vooral buikvergrotingen populair.  Je ziet ze de hele tijd dames waggelen tussen de McDonalds, de KFC en de Wendey's, trots de resulaten van hun operatie tonend.  Wil men in Escazú vooral op Victoria Beckam lijken, dan is in downtown San José Vicky Pollard het rolmodel.

Tussen 7 en 8 uur 's ochtends zenden alle radiozenders in het hele land hetzelfde programma uit:  een man, wiens naam nooit genoemd wordt, geeft vanuit zijn kantoor in de Alliance française commentaar bij de staat van de wereld.  Daarbij schuwt hij geen enkel onderwerp en vergelijkt hij de sociale zekerheid in Costa Rica met die in Argentinië, weidt hij uit over de relevantie van Das Kapital in deze tijden van crisis, legt hij uit hoe de Veiligheidsraad werkt, schetst hij de ideeën van de verschillende politieke stromingen binnen het Europees Parlement, vertelt hij over het leven van Franklin D. Roosevelt en de paardenraces in Ascot, bespreekt hij interessante boeken en vervloekt hij Daniel Ortega. Maar ook het kleine ontsnapt niet aan zijn aandacht: zo leren wij hoe je de beste soep kunt maken van wortels, hoe je schimmel verwijdert van je stropdas als die te lang in een vochtige kast heeft gehangen en wanneer je de beste ananas koopt.  
In de loop van zijn praatje windt hij zichzelf steeds meer op en hij moet geregeld stoppen om het schuim van zijn lippen te vegen, een slok water te nemen of uit te hijgen.  Ondanks de vrees van de meeste luisteraars krijgt hij nooit een beroertje en slaagt hij er steeds in om een afsluitend plaatje aan te kondigen.  Vaak gaat hij zó op in zijn aankondiging (hij vertelt tot in de kleisnte details de levensloop van alle muzikanten die hebben meegewerkt, wanneer het plaatje werd opgenomen en waar en welke invloed het heeft gehad) dat er geen tijd meer is om het plaatje zelf te laten horen voordat het journaal van 8 uur begint.  Dat is niet zo erg want het is toch steeds jazz. 
Donderdag kon hij zijn muziekje wel laten horen maar moest hij het na een tijdje alweer onderbreken om aan zijn vrouw te vragen een iemand te waarschuwen dat hij zichzelf had opgesloten in de verlaten Alliance en niet meer naar buiten kon.  Ik neem aan dat er uiteindelijk hulp is opgedaagd want vrijdag was hij weer op post om ons allerlei interessante weetjes mee te geven over het verschil tussen het boeddisme in Nepal en dat in Tibet, over waar je de beste cocktails drinkt in Sao Paulo en over het misselijke karakter van Daniel Ortega.

En zo leren we elke dag iets nieuws.

donderdag 12 januari 2012

San José, 12 januari 2012

De eerst blog van het nieuwe jaar.  Moge het een gelukkig zijn.
We zijn weer op schok geweest: naar Sámara, aan de westkust van Nicoya, de arm van Costa Rica die uitsteekt in de Pacific.
Dus namen we opnieuw de Interamericana, maar deze keer naar het noorden. Als je afdraait van de Inter Americana en naar bij de Golf van Nicoya naar het westen afslaat, kom je over de Puente de la Amistad, de Vriendschapsbrug die Taiwan in de jaren 1990 schonk aan Costa Rica.  De vriendschap mocht echter niet duren: nauwelijks was de brug af of de relaties werden verbroken met Taiwan en in plaats daarvan werden de Tico's vriendjes met de Volksrepubliek.  De Chinezen hebben diepe zakken: ze hebben het Nationaal Stadion geschonken, en de Politieschool en 200 politieauto's die allemaal (3 jaar na de schenking) kapot en onbruikbaar zijn omdat  niemand weet hoe je Chinese wagens moet onderhouden en er geen onderdelen te vinden zijn.  In het hele land bouwen Chinese bedrijven nu wegen en stuwdammen en raffinaderijen.  En restaurants, natuurlijk.  Het wemelt hier van de Long Walls en Dongs en Woks en Haw-haws.
In ieder geval: de Taiwanezen voelden zich ferm in hun gat gebeten door de trouweloosheid van Costa Rica, nadat ze net zo'n mooie brug gekregen hadden.  Nu probeert Costa Rica Japan ervan te overtuigen goede vrienden te worden maar de Japanners hebben eerst eens goed met de Taiwanezen gepraat en staan niet zo te springen.

Het binnenland van Nicoya doet denken aan Afrika:  savanne met op de achtergrond groene heuvels.  Je verwacht op elk moment een giraf in de schaduw van een parapluboom te zien staan, of een kudde zebra's in de vlakte, of herds of wildebeest sweeping majestically across the plain.  En je rijdt voorzichtig want je houdt er rekening mee dat er opeens een olifant de weg op komt gestapt.

In Sámara heerst er een vakantiesfeer: mensen kuieren in zwembroek en op slippers door de zandstraatjes, toeristen sjouwen met veel te zware rugzakken (en vaak ook nog zo'n tas op hun buik - wat stoppen ze daar eigenlijk allemaal in?), kinderjes zitten vrolijk in de boodschappenmandjes aan het stuur van de fiets van hun ouders (hier geen speciale fietstoeltjes of helmpjes, hoor).

Ons huisje staat in een paradijsje: het lijkt alsof je in Burgers bush rondloopt, je kijkt voortdurend naar het plafond en verwondert je erover dat er geen is, dat je gewoon buiten bent.


















In de tuin rond ons huisje scharrelde vanalles rond: een gordeldiertje:
Een familie brutale wasbeertjes die de kreeftenpoten die Casper op het strand gevonden had deskundig uit zijn emmertje gooiden en snel opaten en die Carola uiteindelijk met een stok moest wegjagen om te voorkomen dat onze schoenen opaten:
Een paca (een soort reuzencavia):
En een coati, waaraan de kinderen met veel plezier druiven en kiwi's voerden:
En dat dus allemaal vanop ons terrasje.  Als dat niet vermakelijk is.

Achter ons huisje lag La playa secreta, een rotsstrand waar je alleen kan komen via een kronkelweg over een beboste heuvel.  De vegetatie is droog woud in Nicoya, dat is een veel opener type dan het regenwoud in hoger gelegen gebieden.  In het regenwoud is echt elk oppervlak begroeid: op de bomen groeien bromelia's en daarop weer baard-, korst- en andere mossen; het droog woud is bescheidener en doet eerder denken aan een Europees beukenbos.  Een beukenbos waar zwarte gieren nestelen in de boomtoppen, apen rondritselen en vleermuizen rondscheren.
En vlak boven de golven grote groepen pelikanen, die nog opmerkelijk gracieus vliegen voor zulke grote vogels.

Elke ochtend werden we gewekt door de brulapen.  Dat is me pas een lawaai: alsof er honderd honden tegelijk blaffen.  En het houdt niet op, je vraagt je af wat ze allemaal te brullen hebben naar elkaar.  Misschien doen ze het ook gewoon ook kloterij, dat weet je nooit bij apen.

We hebben ook andere stranden bezocht.  Het strand van Sámara was mooi maar een beetje druk (op zo'n strand verwacht je niemand en vind je het al gauw overbevolkt - zoals u ziet lopen er ook andere bezoekers).  Het was er ook wel lawaaierig doordat een frisdrankenmerk een beachvolleybal ("bolliebal", in het Spaans) had georganiseerd waar niemand aan wilde deelnemen, wat ze probeerden te verhelpen door heel luide muziek te draaien en een onnozele presentator mopjes te laten vertellen met zijn voeten in de golven.

Om bij de andere strand in  het zuiden  te komen moet je via een zandweg een heuvelrug en een paar rivieren oversteken, wat niet zo veel mensen doen en waardoor je de stranden wél voor jezelf hebt.


Je kunt er prima in de branding spelen.

En toen moesten we weer naar huis.  Aan alles komt een eind.  Behalve aan de files in San José.