Onze kantoorspullen zijn eindelijk aangekomen. Het werkt toch gemakkelijker, hoor, zo op een stoel. Wij zijn er helemaal klaar voor.
Ons condoleven gaat zo zijn gangetje. Emma heeft hier een vriendinnetje gevonden dat haar passie voor alles wat kruipt en krioelt deelt en ze zijn dus constant op pad met emmertjes en netjes op zoek naar kikkers en schorpioenen en hagedissen. Ze broedt nu kikkervisjes uit in de tuin. Met succes.
De ouders van dat andere meisje zijn heel aardig; al is het jammer dat ze geen woord Engels spreken, ze komen uit Glasgow.
Casper is nu de Bakugans voorbij. Hij is nog steeds gefascineerd door ninja's en dat combineert hij met Star Wars. Jaja, er wordt hier flink wat afgevochten bij ons.
Voor de kust van Panama-stad liggen de Pareleilanden. Doordat er geen drinkwater is, zijn de meeste onbewoond. Vanop de boot erheen heb je een mooi uitzicht over de stad.
Je komt ook voorbij het toekomstige Museum voor de Biodiversiteit, dat al open had moeten zijn maar dat nog steeds niet af is en al weer staat te vervallen.
Het water rondom de piepkleine eilanden is helder turquoise.
In de beschutte wateren rondom de eilanden brengen bultruggen en zuidkapers hun kalveren groot, tot die sterk genoeg zijn om de trek naar de Zuidpool te maken. We hadden geluk: toen we er met een bootje naar op zoek waren, zagen we meteen 2 volwassenen en hun jong. De kinderen wisten niet wat hun overkwam en waren door het dolle heen.
En dan was het tijd voor snorkelen. Voor Casper wist wat er gebeurde, werd hij overboord gezet door onze schipper. We sprongen hem dan maar achterna, de zee is wel heel groot voor zo'n jongentje alleen.
Isla Contadora, waar wij verbleven, was het eiland waar de parels die door de slaven van de Spanjaarden waren opgedoken, werden gewogen, geteld en opgeslagen. De oorspronkelijke bewoners zijn door diezelfde Spajaarden meteen na hun aankomst over de kling gejaagd, vandaar de slaven.
Tegenwoordig is het gewoon een vakantie-eilandje.
De kindjes dreven bijna weg op wrakhout maar we konden ze nog net redden. Gelukkig.
Vorige week gingen we naar het strand in Las Lajas. Het is hier regenseizoen en dat hebben we gemerkt: de hele heenweg reden we door de tropische stortregen. We zagen niks. Maar eenmaal aangekomen was dat gauw vergeten bij de aanblik van een van de mooiste stranden van Panama.
Van op het strand konden we walvissen en dolfijnen zien voorbijkomen. Heel speciaal. En 's avonds scheerden de vissende vleermuizen vlak boven onze hoofden door het restaurant. Ik kreeg er eentje tegen mijn voorhoofd, wat ook wel speciaal was maar toch ook een beetje pijnlijk.
En die tropische buien kunnen ook aanleiding geven tot veel leut.
Zo zie je maar weer.
En daar moet u het deze keer maar mee doen. Profiteert evan.