zaterdag 30 november 2013

Panama, 30 november 2013

Het gaat allemaal snel.  Bijna Sinterklaas.  Ook in Panama kwam hij aan, in een echte boot nog wel, door het Kanaal.

Aan de onnozele discussie over de kleur van de Pieten doen we hier niet mee: ze zijn zwart, zoals het hoort.  Met een paar bleke vegen over hun gezicht: toneelschmink blijkt toch niet zo geschikt voor dit tropenklimaat.  De Goedheiligman was een beetje verfrommeld van de lange tocht over de Atlantische Oeaan maar hij stapte kwiek aan wal om de luid zingende kindertjes en de verbaasde Panamese voorbijgangers te begroeten.  Zijn baard was een beetje voddig maar dat viel niet zo op, de kindertjes waren te druk met zingen en de Panamezen met zich afvragen wat dat voor vreemd gebruik is, dat gek uitgedoste en raar dansende geschminkte Europeanen onbekende omstanders zomaar pepernoten in de mond duwen.
Terwijl de omstanders gruwend resten peprnoten uitspuwden, werden werden Sint, Pieten en kindertjes met een bus naar een zaal gevoerd voor het traditionele geven van tekeningen, zingen van liedjes, stellen van verwarrende vragen en geven van schuwe antwoorden.  Ondertussen stortten de volwassenen zich als waanzinnigen op het buffet, dat binnen de vijf minuten leeggevreten was.
Het feest dat volgde werd verzorgd door Panamazen en dat was eraan te merken ook: de muziek was ondraaglijk luid en meteen nadat we onze cadeautjes in handen hadden, ontvluchtten wij dan ookhet pijnlijke lawaai. Volgend jaar komt de Sint maar naar ons toe, ik ben nogal gesteld op mijn gehoor.

Al sinds augustus kun je kerstversiering kopen.  Hulstkransen, met sneeuw bedekte stalletjes, ijssterren, herdertjes die dik zijn ingepakt zodat ze comfortabel bij nachte kunnen liggen, ezeltjes met wintervacht.  Je zou denken dat ze hier allemaal een tropische draai aan zouden geven met miniatuur-prieeltjes vol koningen in zwembroek en lama's en kolibries  maar dat is niet zo: je waant je in Scandinavie als je de snuisterijen ziet. En daarbij die misselijk makende kerstmuzak, dan nog liever de hele dag reggea.
Ook de poort van onze condo moet eraan geloven:


En voor het kantoor van de Soaciale Zekerheid om de hoek staat een larger-than-life kersttafereel:


November is de maand van de feesten: onafhankelijk van Colombia, onafhankelijkheid van Spanje, Feest van de Vlag, Moederdag.  Geen volledige werkweken meer en dat blijft zo tot volgend jaar.  Plezierig, hoor.  En al die feesten worden gevierd met patriottisch getrommel en gemarcheer.  De deelnemers zien er ernstig uit:

Traditioneel:

Guitig:

Klein:
Of ronduit sinister:
Maar nooit vrolijk.  Je vraagt je af wat ze precies vieren.

In het centrum van Panama ligt een hoogland, waar mensen verkoeling zoeken.  Het landschap is een regenwoudversie van Schotland.


Allemaal mooi maar niet echt koel.  Daarvoorvoor moet je bij de lokale waterval zijn.  Alsof je wordt afgespoten met een hogedrukspuit; ik vermoedde Sarkozy ergens boven op de heuvel.

Je wordt er wel schoon van.


Aan de Caribische kust van Panama ligt de San Blasarchipel in het autonoom gebied van de Acuna's, een idianenvolk.  Door de klimaatsverandering verdwijnen hun eilanden een voor een onder de zeespiegel en worden hun nederzettingen steeds overbevolkter.  Over 25 jaar zullen ze allemaal op het vasteland wonen.



 Je komt er met een klein vliegtuigje dat landt op een klein vliegveldje.
De terminal kan een beetje onderhoud gebruiken maar de bemanning van de verkeerstoren is uiterst professioneel.
De Acuna's leven van de zee en zijn voortdurend onderweg in hun traditionele bootjes. Een tijdloos gezicht.

Wij verbleven op een van de eilanden, in een paalhutje.
De Acunavrouwen dragen nog steeds hun traditionele kleren en juwelen, de mannen lopen zoals overal in de 3de wereld in onze afgedragen lompen.



En zo leven wij hier naar kerstmis toe.  Het is allemaal nog niet zo slecht.

Als toetje nog een mooie vogel: de halsbandarrasari.  Kijk er maar eens goed naar.


maandag 21 oktober 2013

Panama, 21 oktober 2013

Alweer een jaar ouder maar daardoor niet noodzakelijkerwijze sadder en zeker niet wiser.

Onze kantoorspullen zijn eindelijk aangekomen.  Het werkt toch gemakkelijker, hoor, zo op een stoel.  Wij zijn er helemaal klaar voor.

Ons condoleven gaat zo zijn gangetje.  Emma heeft hier een vriendinnetje gevonden dat haar passie voor alles wat kruipt en krioelt deelt en ze zijn dus constant op pad met emmertjes en netjes op zoek  naar kikkers en schorpioenen en hagedissen.  Ze broedt nu kikkervisjes uit in de tuin.  Met succes.

De ouders van dat andere meisje zijn heel aardig; al is het jammer dat ze geen woord Engels spreken, ze komen uit Glasgow.

Casper is nu de Bakugans voorbij.  Hij is nog steeds gefascineerd door ninja's en dat combineert hij met Star Wars.  Jaja, er wordt hier flink wat afgevochten bij ons.

Voor de kust van Panama-stad liggen de Pareleilanden.  Doordat er geen drinkwater is, zijn de meeste onbewoond.  Vanop de boot erheen heb je een mooi uitzicht over de stad.

Je komt ook voorbij het toekomstige Museum voor de Biodiversiteit, dat al open had moeten zijn maar dat  nog steeds niet af is en al weer staat te vervallen.


Het water rondom de piepkleine eilanden is helder turquoise.


In de beschutte wateren rondom de eilanden brengen bultruggen en zuidkapers hun kalveren groot, tot die sterk genoeg zijn om de trek naar de Zuidpool te maken.  We hadden geluk: toen we er met een bootje naar op zoek waren, zagen we meteen 2 volwassenen en hun jong. De kinderen wisten niet wat hun overkwam en waren door het dolle heen.



En dan was het tijd voor snorkelen.  Voor Casper wist wat er gebeurde, werd hij overboord gezet door onze schipper.  We sprongen hem dan maar achterna, de zee is wel heel groot voor zo'n jongentje alleen.


Isla Contadora, waar wij verbleven, was het eiland waar de parels die door de slaven van de Spanjaarden waren opgedoken, werden gewogen, geteld en opgeslagen.  De oorspronkelijke bewoners zijn door diezelfde Spajaarden meteen na hun aankomst over de kling gejaagd, vandaar de slaven.
Tegenwoordig is het gewoon een vakantie-eilandje.


De kindjes dreven bijna weg op wrakhout maar we konden ze nog net redden. Gelukkig.

Vorige week gingen we naar het strand in Las Lajas.  Het is hier regenseizoen en dat hebben we gemerkt: de hele heenweg reden we door de tropische stortregen.  We zagen niks.  Maar eenmaal aangekomen was dat gauw vergeten bij de aanblik van een van de mooiste stranden van Panama.






Van op het strand konden we walvissen en dolfijnen zien voorbijkomen.  Heel speciaal. En 's avonds scheerden de vissende vleermuizen vlak boven onze hoofden door het restaurant.  Ik kreeg er eentje tegen mijn voorhoofd, wat ook wel speciaal was maar toch ook een beetje pijnlijk.

En die tropische buien kunnen ook aanleiding geven tot veel leut.



Zo zie je maar weer.

En daar moet u het deze keer maar mee doen. Profiteert evan.

woensdag 11 september 2013

Panama, 10 september 2013

Bijna 2 maanden in Panama nu en de stukjes beginnen op hun plaats te vallen.

Voor we hierheen kwamen,hebben we cultureel gedaan in Amsterdam en een goed gesprek gehad met Frans Banning Cocq. Jaja, wij zijn culturo's.

Het heeft veel geduld gekost maar we hebben een huis en meubels.  We hebben een maand in een gemeubeld appartement gezeten terwijl we zochten naar een huis.  We hebben een aantal krotten gezien, het ene nog duurder dan het andere.
Maar uiteindelijk hebben we toch iets naar onze zin gevonden. Het ligt in de vroegere Kanaalzone die in 1999 door de Amerikanen werd teruggegeven aan de Panamezen. Het staat hier nog vol met oude legergebouwen en huizen waar de militaren die het Kanaal bewaakten, woonden.  Typisch garnizoensstadje, met trottoirs en fietspaden en speeltuintjes en zwembaden en heel veel openbaar groen.

Wij hebben een huis op een condominium, een soort vakantiedorp met nep-mediterrane huizen, met een muur eromheen en een poort met bewakers. Veilig, hoor.  Er wonen hier veel mensen van de Amerikaanse ambassade en die hebben altijd schrik, vandaar.



Onze tuin ligt aan de buitenmuur van de condo en we hebben dus geen achterburen, wat wel zo rustig is.
Voor de rest is het hier heel groen, de wijk grenst aan een groot nationaal park en overal zijn er beschermde stukjes natuur. En dat allemaal op een kwartiertje van het centrum van de stad. Wat je hier mist aan hipheid wordt ruim goedgemaakt door de rust.

Er woont hier trouwens ook een Belg, die in onze straat in Belgie is opgegroeid.  Kleine wereld, toch.

Ons huis ligt heel dicht bij de school van de kinderen.  De school is vernoemd is naar de eerste Spanjaard die de oversteek van de landengte maakte en kon pootjebaden in de Stille Oceaan.  Hij eindigde zijn loopbaan op het schavot maar wordt hier (net omwille van zijn lange vingers?) beschouwd als de stichter van Panama.
De school betrekt de gebouwen waar vroeger het hoofdkwartier van her Amerikaanse leger gevestigd was en waaraan sinds hun vertrek niet zoveel is veranderd.
De week begint met het zingen van het volkslied (eindeloos lang: het lijkt wel een aria uit een Wagneropera) en het paraderen van de vlag voor de in strenge rijen opgestelde leerlingen.  Wij kunnen dus op maandag iets later komen, onze kinderen hechten niet zo aan wat ze al met hun typische gebrek aan respect   'de zingende vlag' hebben gedoopt.

De school is heel anders dan in Costa Rica.  Daar speelde het schoolleven zich grotendeels buiten af, hier gebeurt alles binnen. Daar zorgt het klimaat voor: heet en vochtig.  Dat kan plezierig zijn maar toch niet de hele dag.  Dus de meeste dingen gebeuren binnen, in de airco.  Om de school leefbaar te houden, heerst er meer discipline met in rijtjes lopen en stil zijn en zo.  Daar schijnen de kinderen niet zoveel problemen mee te hebben,gelukkig. Ze blijven er wel cool onder.


Op het werk schieten de dingen ook op.  Alles gaat traag omdat niet iedereen zich altijd  aan zijn afspraken houdt en je voor alles papieren met stempels en handtekeningen nodig hebt maar uiteindelijk komen we er wel.  We zitten op de bovenste verdieping van een bankgebouw, met uitzicht over de baai van Panama.  Op stand, dus. Al hebben we in al onze voornaamheid nog steeds geen stoelen.
De collega's vallen heel goed mee.   En ze zuipen niet onder werktijd.

En nu tijd voor een flinke workout, ik ga een eindje wandelen.  Hou je kloek.